maken van een Nederlands-Latijnse thema) onder leiding van hun
leraar maakten, konden zij de score van notae zo laag mogelijk
houden, hun positie in de rangorde van de klas versterken en zo
doende hun kansen op een prijs vergroten. Daarnaast waren deze
bijlessen voor de leraren een welkome aanvulling op het ook toen
al bescheiden tractement. De Latijnse school was dan ook niet rela
tief duur wegens het halfjaarlijkse schoolgeld, het minerual, maar
juist door alle bijkomende kosten, zoals de dagelijkse bijlessen en
de kosten die het winnen van een prijs met zich mee konden bren
gen.19»
De publieke bekendmaking
In de 18de en 19de eeuw bestond in een aantal steden, zoals in
Haarlem, de gewoonte om de halfjaarlijkse promotie met prijsuit
reiking door middel van eenzijdig bedrukte programma's bekend te
maken. Zowel de uiterlijke als de inhoudelijke vormgeving van
deze in het Latijn gesteld programma's (gebruikelijk formaat: 32 cm.
hoog, 20 cm. breed) was duidelijk geïnspireerd door academisch
drukwerk waarmee bijvoorbeeld inaugurele redes van hoogleraren
en vergelijkbare plechtigheden werden aangekondigd. Het navol
gen van deze academische gewoonte was dan ook een van de ma
nieren om de promotieplechtigheid van de Latijnse school een
zeker academisch aanzien te geven. De kosten van het drukken van
deze programma's waren gewoonlijk voor rekening van de stad en
het drukwerk werd veelal door de stadsdrukker verzorgd blijkens
een vermelding aan de onderzijde van het programma. Deze pro
gramma's werden doorgaans enkele weken van tevoren verspreid.
Meestal zijn in schoolarchieven slechts incidenteel exemplaren van
deze vergankelijke Eintagsblatter bewaard gebleven.
Haarlem vormt hier een uitzondering. Een complete reeks pro
gramma's uit de jaren 1815 t/m 1881 (dikwijls met doubletten), ge
drukt bij Joh. Enschedé, is nog in het schoolarchief aanwezig.20» De
inhoud van deze programma's bevat altijd de volgende informatie:
een doorgaans met afkortingen vermelde Romeinse heilswens, de
tijd en de plaats van de promotie (de aedis Valdensis, d.w.z. de
Waalse kerk), de namen van de leerlingen die een oratie zullen
houden (veelal met vermelding van de titels der oraties) en de uit
drukkelijke uitnodiging van de met name genoemde rector om deze
gebeurtenis bij te wonen. Pas in de nadagen van de Latijnse school
verschenen deze programma's in het Nederlands, zoals blijkt uit de
JAARBOEK HAERLEM 2007