aankondiging van een gemeenschappelijke openbare promotie van
de leerlingen van de Latijnse school, de Hogere Burgerschool en de
Burger-Avond-school op 24 juli 1874. Maar nog in 1881 greep men
(voor het laatst) terug op oude vormen en werd weer een volkomen
traditioneel, in het Latijn gesteld programma verspreid. Haarlem
was hiermee een van de scholen die het langst de traditie van ge
drukte programma's in ere hebben gehouden.
Plaats van handeling
In het begin van de zeventiende eeuw vond de prijsuitreiking in
Haarlem plaats in het groot auditorium van de school, die sinds
omstreeks 1580 gevestigd was in het voormalige Cellebroeders-
klooster aan het Prinsenhof. Blijkens art. 8 van het schoolregle
ment, de Leges rectoris et reliquorum praeceptorum uit 1625, bood
hierna het Prinsenhof (de Aula Principis) gastvrijheid.21' Kennelijk
was dit niet een vanzelfsprekende gang van zaken, want naar aan
leiding van een verzoek van de scholarchen Hendrik Geestranus en
Ysbrand Olican besloot het stadsbestuur op 22 maart 1633 dat de
promotie in het Prinsenhof mocht plaatsvinden, omdat het school
gebouw zelf daarvoor ongeschikt was ('mits d'onbequaemheyt inde
voorss. schole').22' De ruimte die hiervoor beschikbaar werd gesteld,
was waarschijnlijk het grootste vertrek op de benedenverdieping
van het Prinsenhof die aan ca. 75 personen plaats kon bieden. Het
is ongeveer de ruimte waar tegenwoordig de gemeenteraad verga
dert. In deze 'promotiezaal' of Oratie-Camer bevond zich ook een
spreekgestoelte van waaraf de leerlingen hun oraties konden hou
den.23' Het Prinsenhof werd voor de promoties der leerlingen ge
bruikt tot men in 1743 en 1744 naar het koor van de St. Bavokerk
uitweek. De reden hiervan is onbekend.
In ieder geval was dit van korte duur, want vanaf 1745 vond de
promotie met prijsuitreiking voortaan plaats in de Waalse Kerk
(Église Wallonne), in het Latijn aangeduid als de aedis Valdensis.
Deze had een meer besloten karakter en wellicht kwam hier de
muziek waarmee de gehele plechtigheid werd opgeluisterd, ook
beter tot haar recht. De gewoonte om de plechtigheid behalve met
orgelspel ook met klassieke muziek te omlijsten, raakte vanaf het
midden der 18e eeuw in zwang. In 1845 verzocht het stadsbestuur
van Haarlem aan curatoren om onnodige kosten te vermijden en
voortaan bij de promotie in plaats van het muziekgezelschap Apol
lo van het orgel in de Waalse kerk gebruik te maken. Voor het be-
JAARBOEK HAERLEM 2007