het betreffende jaar in Haarlem beschreven en het wel en wee van de gemeentelijke monumentenzorg. Loes, Wim Polman en ik schre ven de jaarverslagen van 1980 en 1981. Eind 1981 hadden Loes en ik een titel, een baan en een eigen huis, maar geen dak boven ons hoofd. De komende jaren zou vrij wel alle vrije tijd in de restauratie van het huis gaan zitten. Een uit gebreid verslag publiceerden wij in het Jaarboek Haerlem 1985. In deze voor ons beiden uitputtende periode vierde het bureau monu mentenzorg ook haar 25-jaar bestaan. Loes en ik schreven in Heemschut 1982, nr. 10, een artikel over Haarlemse gemeentelijke restauraties in de periode 1970-1980. Pieter Jongens, Loes en ik stel den in 1983 een jubileumboek en een tentoonstelling samen met de titel Sterck en Weldoortimmert. Loes was van 1982 tot 1995 voorzit ter van de monumentencommissie van Bloemendaal en tevens adviserend lid voor monumenten. Loes verliet het gemeentelijk bureau monumentenzorg in juli 1983. Dat is, achteraf gezien, voor haar een juiste beslissing geweest. Ze had het niet zo op dat ambtelijke en politieke gesteggel. Ze wilde gewoon vakinhoudelijk met haar werk bezig zijn. Naast haar Haarlemse contacten hield zij uit deze periode veel contact over met collega's uit de Nederlandse monumentenzorg en breidde deze kring geleidelijk uit. Haar eerste zelfstandige klus was Ach Lieve Tijd, een serie over Nederlandse steden. Loes deed de beeldredactie voor de Haarlemse versie. Ze woonde bijna in de Stedelijke Atlas van het gemeentear chief op zoek naar beeldmateriaal en genoot van de redactiebijeen komsten met uitgeverij Waanders. De serie was een succes en kwam in 1983-1984 tot stand. Zij gaf ook advies voor de tv-serie Ste den en hun Verleden (met Henk van Ulsen). In 1984 maakte zij een presentatiemap voor Bouwbedrijf Overdevest in Haarlem over de periode 1964-1984. Loes was tijdelijk in dienst van de Haarlemse vvv en ook werk zaam in het vvv-kantoor in Zandvoort. De nieuwe directeur Peer Sips wilde haar in vaste dienst, maar dat wilde Loes niet. Naast algemeen kantoorwerk en werkzaamheden voor de Haarlemse Bloemen Meisjes, verzorgde Loes voornamelijk stadswandelingen en tochten langs de Haarlemse hofjes. Tot eind jaren negentig onderhield zij haar contacten met de vvv. Loes startte, in 1985, als tweede architectuurhistorica in Neder land, een éénmansbedrijf 'Histovisie Haarlem', bureau voor advies en onderzoek van architectuur/bouwgeschiedenis. Haar werk JAARBOEK HAERLEM 2OO7

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 272