meling van het Koninklijk Oudheidkundig Genootschap (kog) te Amsterdam bevinden zich nog twee exemplaren: een vroege Haar lemse prijspen uit ca. 1710 (zonder het wapen als versiering), ver vaardigd door Jonas Bagelaer, en nog een pen van Dirk van Dalen uit 1783 met het Haarlemse wapen als appliqué.41' In hoeverre na juni 1792 nog zilveren pennen werden gegeven, blijkt niet uit het Scholarchenboek. In ieder geval wordt de rector op 18 november 1801 toegestaan twee zilveren inktkokers als schrijfprij- zen te laten vervaardigen. In 1802 zijn curatoren voornemens aan het stadsbestuur nadere voorstellen te doen over het handhaven van de praemia scriptoria. Hierna lezen we er niets meer over en lijken deze te zijn afgeschaft. De prijsopdracht Bij een prijsboek in complete staat bevindt zich voorin de prijsop dracht, ook wel het testimonium genoemd. Deze geheel in het La tijn gestelde opdracht bevat de naam van de begiftigde, de aard van de geleverde prestatie, de klas of niveaugroep waartoe hij behoort dan wel waarnaar hij wordt bevorderd, de instantie die de prijs uit reikt, de datum van de uitreiking en de handtekeningen van de schenkers (gewoonlijk de curatoren) en die van de rector, die meestal op gepaste afstand rechtsonder tekende. Het college van curatoren wordt in de Haarlemse prijsopdrachten gewoonlijk aan geduid als de "Quattuor-Viri Scholae Harlemensis (of Harlemo-Ba- tavae) constituendae"het Viermanschap om de Haarlemse school te regelen.42' Dit is een archaïserende omschrijving uit de vroege 17de eeuw, waarmee men ook elders het college van scholar- chen/curatoren placht aan te duiden. Deze aanduiding werd in Haarlem tot in de 19de eeuw in de prijsopdrachten gehandhaafd. In Haarlem werden meestal voorbedrukte prijsopdrachten ge bruikt, waarop de relevante gegevens later met de hand (door de schrijfmeester of de rector) moesten worden ingevuld. Deze op dracht werd op het voorschutblad geplakt ofwel met het boek mee gebonden. Het is helaas zo dat bij veel prijsboeken deze prijsop dracht later is verwijderd, omdat men bijvoorbeeld het boek van de hand wilde doen zonder dat er nog een verwijzing naar de oor spronkelijke eigenaar in aan te treffen is. Een randje papier in de kneep van het boek is dan, behalve het stadswapen op de platten, vaak nog een laatste herinnering aan het oorspronkelijke karakter van het boek. De oudst bekende opdracht in een Haarlems prijs- DR. J. SPOELDER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 39