Het feit dat de overige bewaard gebleven Haarlemse prijsboeken alle uit de 18de eeuw of later dateren, is te verklaren doordat deze boeken pas vanaf ca. 1708 met een stadswapen werden bestempeld en hierdoor de typische uiterlijke kenmerken van een prijsboek kregen, waardoor ze als zodanig te identificeren zijn. Er zullen on getwijfeld nog meer exemplaren van Haarlemse prijsboeken uit de 17de eeuw in Nederlandse bibliotheken te vinden zijn, maar tot op heden is hun vindplaats onbekend. Naar analogie met de Latijnse scholen elders in de Republiek mag men in ieder geval veronder stellen dat tijdens de 17de eeuw ook in Haarlem de leerlingen tekst uitgaven van Latijnse en Griekse schrijvers als prijzen ontvingen. Vanaf 1704 is er in ieder geval meer met zekerheid bekend. Uit een analyse van het hierboven genoemde materiaal blijkt dat het merendeel van de prijsboeken gewoonlijk bestond uit proza en po ëzie van Romeinse auteurs.48' Op de eerste plaats kwamen de Ro meinse geschiedschrijvers met de volgende edities Aurelius Victor (ed. J. Artnzenius, Utrecht 1733); Caesar (ed. F. Oudendorpius, Lei den/Rotterdam 1737); Floras (ed. C.A. Dukerus, Leiden 1722; ed. 2a, Leiden 1744); Justinus (ed. A. Gronovius, Leiden 1719; ed. 2a, Leiden 1760); Nepos (ed. A. van Staveren, Leiden 1734; ed. 2a, Leiden 1773). Dan volgen de Romeinse prozaschrijvers als Cicero en dichters als Phaedrus en Dionysius Cato. De humanisten zijn vertegenwoordigd met de Colloquia en Adagia van Erasmus (1566-1536). Tenslotte werden er ook naslagwerken gegeven, zoals het favoriete mytholo gieboekje Pantheum mythicum van Fr. Pomey en Rosinus' Antiqui- tates Romanae (ed. S. Pitiscus, Utrecht 1701; ed. J. F. Reitzius, Utrecht 1743). Ook treft men wel een juridisch handboek aan, zoals De verborum quae ad ius civile pertinent significatione van B. Bris- sonius. Zo'n uitgave in folio-formaat was meestal bestemd voor abi turiënten, want aanstaande studenten in de theologie, rechten of medicijnen kregen bij hun afscheid van de school dikwijls een bij hun studie passend boek. De meeste edities waren kwalitatief hoogwaardige, eigentijdse tekstuitgaven cum notis variorum. Dit waren teksten met notae, ge leerde aantekeningen, bezorgd door vooraanstaande hoogleraren in de klassieke letteren als Burmannus, Gronovius en Oudendorpius of rectoren als Dukerus, Torrenius en Verheyk. Deze uitgaven waren gedrukt in de Republiek, waarbij met name het Leidse uitge vers- en boekhandelaarshuis van Luchtmans een belangrijke rol speelde. Het Grieks kwam op de Latijnse school duidelijk op de tweede DR. J. SPOELDER 41

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 43