als praeceptor aan de school verbonden. Bosse was beïnvloed door
de ideeën over opvoeding en onderwijs, zoals die in de Verlichting
leefden. Hierbij speelde het ideaal van het 'deugdzame kind' een
centrale rol, zoals dat onder meer tot uitdrukking kwam in de poë
zie van Hiëronymus van Alphen. Tot de uitgangspunten van deze
pedagogie behoorden, naast het stimuleren van zelfwerkzaamheid,
een kindvriendelijke benadering volgens een uitgekiend systeem
van beloningen en straffen. Bosse had zich als pas benoemd leraar
in 1800 in een uitgebreid schrijven tot curatoren gericht. Hij sprak
zijn ongenoegen uit over het verouderde lesmateriaal en stelde
onder meer een grotere afwisseling van auteurs voor. Zo adviseerde
hij om de motivatie van de leerlingen te bevorderen door in de klas
Robinson Crusoe in het Latijn te lezen. Het ging hier om een be
werking van Daniel Defoe's Robinson Crusoe door de Duitse peda
goog J.H. Campe (1746-1818), Robinson der füngere, zur angeneh-
men und nützlichen Unterhaltung für Kinder. Hiervan verscheen
een Latijnse vertaling door P.J. Lieberkühn, Robinson Secundus,
die weer voor schoolgebruik werd uitgegeven door de Duitse classi
cus L.F. Gedike.
Curatoren gaven echter geen gehoor aan het voorstel van Bosse,
vermoedelijk ook omdat zij het ongepast vonden dat een net be
noemde leraar de brutaliteit had om buiten de rector om zich recht
streeks tot hen te richten. Uit ongenoegen verliet Bosse de school
in 1802 om leraar en later (een zeer succesvol) rector in Leiden te
worden. Dit tot opluchting van de school: Bosse had ordeproble
men, hij gaf teveel strafwerk en sloeg de leerlingen. Bij idealistische
onderwijsvernieuwers staan theorie en praktijk wel vaker haaks op
elkaar! Toch lieten de opvattingen van Bosse hun sporen na. De
Latijnse versie van Robinson Crusoe werd niet alleen cursorisch in
de laagste klassen behandeld, maar in de jaren 1803-1808 zelfs zeven
keer als prijsboek uitgereikt.53» Hierna bleef het in Haarlem bij deze
onderwijskundige 'nieuwlichterij'.
Nicolaas Beets als Latijns scholier
Nicolaas Beets (1814-1903), die onder het pseudoniem van Hilde-
brand de Camera Obscura schreef, bezocht van 1827 tot 1830 de La
tijnse school onder het rectoraat van J. Venhuizen Peerlkamp. Ook
Beets' vader, inmiddels apotheker in de Koningstraat, was hier
schoolgegaan. Aan de hand van de bewaard gebleven promotie-
lijsten is het mogelijk een beeld te krijgen van Beets' schoolpresta-
JAARBOEK HAERLEM 2007