raar wis- en natuurkunde. Een dergelijk testimonium diende een
student in de periode 1826-1852 bij zijn inschrijving aan de univer
siteit te overleggen.
Mogelijk hebben Beets' enigszins teleurstellende ervaringen op
de Latijnse school hem mede geïnspireerd om in de Camera Obscu-
ra de spot te drijven met de gang van zaken bij een promotie met
prijsuitreiking van een Latijnse school. Het gaat hier om een passa
ge in het hoofdstuk Gerrit Witse, dat in de derde, vermeerderde
druk van de Camera Obscura uit 1851 voor het eerst werd opgeno
men. Plaats van handeling is huize Vernooy in Rotterdam, waar
Klaartje Donze door haar oom en tante Vernooy wordt geïnfor
meerd over de promotieplechtigheid van Gerrit Witse als leerling
van de Latijnse school aldaar. Hildebrand laat hierbij zien dat voor
de brave burgerij de promotie in de 19de eeuw een indrukwekken
de, maar helaas onbegrepen plechtigheid was geworden. Wanneer
mevrouw Vernooy aan haar nichtje Klaartje een uitvoerige be
schrijving geeft van de promotie van Gerrit, bij welke gelegenheid
'alle primussen gratiassen doen', zegt zij tot slot er eigenlijk niet
veel van begrepen te hebben:
ik kon er niets van verstaan, dat voelje, Klaar, want het was
alles Latijn of was het ook Grieksch, Vernooy?'
'Ja,", zei Vernooy, zijne wenkbrauwen veel beduidend samentrek
kende: "als ik mij wel bezin, geloof ik dat het Grieksch was.'
De klassiek gevormde tijdgenoten van Hildebrand zullen de humor
in deze passage direct begrepen hebben. Hildebrand realiseerde
zich evenwel dat met name zijn Latijnse woordgrapjes voor latere
generaties onbegrepen konden zijn. Daarom publiceerde hij in 1887
Na vijftig jaar. Noodige en overbodige opheldering van de Camera
Obscura. In het nog altijd lezenswaardige hoofdstuk 'Van lagere en
hoogere scholen, en examens in 't Latijn' staat een schets van het
onderwijs in de tijd dat de Camera Obscura verscheen en in het Re
gister treft men een toelichting op de bovengenoemde passage over
de prijsuitreiking aan Gerrit Witse aan. Een voorbeeld ter illustra
tie. Wanneer Gerrit aan de beurt is om zijn prijs in ontvangst te
nemen, spreekt een van de curatoren tot hem: "Acide Witse Et
excipe pryzia" in plaats van het correcte "Accede Witse, et accipe
praemium". In wat het echtpaar Vernooy ervan maakt, wordt de
knappe Gerrit aangesproken als zure Witsen, een woordspel met de
aangesproken vorm van acidus (zuur) en accede, de gebiedende
JAARBOEK HAERLEM 2007