talen of wiskunde kregen geen plaats op het curriculum. Wie de Franse taal wilde leren, bezocht de fransche school, maar deze op leiding gaf geen toegang tot de universiteit, waar het Latijn tot ver in de 19de eeuw de voertaal bleef. In 1816 werd het lesprogramma bij Koninklijk Besluit weliswaar uitgebreid met aardrijkskunde, ge schiedenis en elementaire wiskunde, maar de impasse waarin de Latijnse scholen verkeerden, bleef bestaan. Pas omstreeks 1840 wer den landelijk pogingen ondernomen om uit dit isolement te gera ken met het oprichten van zogenaamde Tweede Afdelingen, die met een veel breder samengesteld vakkenpakket algemeen eindon derwijs boden. Deze ontwikkeling leidde ertoe dat na de invoering van de Wet op het Middelbaar Onderwijs van 1863 de Tweede Af deling min of meer geruisloos overging in de Hogere Burger School (hbs) met een vijfjarige cursus. In Haarlem deed zich een vergelijk bare situatie voor, waar de Latijnse school met wisselend succes samenwerkte met het zogenaamde Instituut, voortgekomen uit een stedelijke kostschool voor niet-Latinisten. Ondanks het verval van de Latijnse school werden er in de eer ste helft van de 19de eeuw meer prijzen uitgereikt dan ooit tevoren. De Latijnse school stond hierin overigens niet alleen. Onder in vloed van de ideeën over opvoeding en onderwijs van de Verlich ting was het belonen van de 'deugdzame leerling' in bijna alle sec toren van het niet-universitair onderwijs algemeen gebruikelijk. Op lagere scholen, op particuliere 'pensionaten' (Franstalige kostscho len) en ook op instellingen als tekenacademies werden prijzen met kwistige hand uitgedeeld. Dit gold in Haarlem ook voor het Insti tuut, zoals blijkt uit het register met uitgereikte prijzen in de perio de 1837 t/m 1851 met meestal Franstalige titels, maar ook de werken van Shakespeare en eigentijdse Nederlandstalige dichters.56» Inmiddels raakte ook in Haarlem omstreeks het midden van de 19de eeuw de traditionele wijze van binden en bestempelen van de prijsboeken in onbruik. De relatief hoge kosten hiervan leidden ertoe dat de prijsboeken voortaan in mechanisch vervaardigde uit geversbanden werden uitgereikt. Op deze banden ontbrak de ken merkende bandbestempeling met het stadswapen. Het laatste ons bekend prijsboek 'oude stijl' werd in 1841 uitgereikt (Phaedrus, Fa- bulae, ed. P. Burmannus, Leiden 1728).57) Vanaf het midden van de 19de eeuw ontstond er binnen gymna siale kring een kentering in de waardering voor het prijzenstelsel en gingen steeds meer Latijnse scholen over tot afschaffing ervan. Hieraan lagen verschillende oorzaken ten grondslag. Zo waren er JAARBOEK HAERLEM 2007

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 54