opdrachten kregen voor kerkzilver, niet alleen vanwege het feit dat
zij rooms-katholiek waren en wegens hun familie connecties, maar
ook omdat hun werk blijk gaf van de hoogste artistieke kwaliteit in
de eerste helft van de zeventiende eeuw in Haarlem.
Dit artikel is eerder verschenen in De Stavelij jaarboek 5, 2005, p. 57-69.
Noten
1. Paul Dirkse, Begijnen, pastoors en predikanten. Religie en kunst in de
Gouden Eeuw, Leiden 2001, p. 150-151.
2. Dirkse, Begijnen, pastoors en predikanten, p. 128-129.
3. De kandelaars zijn 77 cm hoog; cat. tent. Haarlems zilver, Frans Hals
Museum, Haarlem 1975, nr. 21; K.A. Citroen, Haarlemse zilversmeden en
hun merken, Haarlem 1988, p. 143. In de inventaris van de onroerende en
roerende goederen in de Statie St. Bernardus in de Hoek van 15 januari 1851
worden onder nr. 24 zes kandelaars vermeld met een gewicht van 13200
gram en een waarde van 1250 gulden aan zilver.
4. De kandelaars zijn 35 cm hoog; cat. tent. Haarlem 1975, nr. 23.
5. Dirkse, Begijnen, pastoors en predikanten, p. 160.
6. Hoogte 59 cm en diam. van de voet 16,8 cm; jaarletter D van 1625. De mon
strans is aangekocht in Londen in 1974 en is afkomstig uit Engels bezit.
7. Er is een boedelinventaris bekend, opgemaakt is na de dood van Geertruyt
Fredericxs van Lynhoven, gedateerd 1 augustus 1649; zie P. Biesboer, Col
lections of Paintings in Haarlem 1572-1745, Los Angeles 2001, p. 113-114.
8. Het enige andere bekende werk van Jan Foppensz is een chrismatorium uit
1595, dat in bezit is van de Oud Katholieke Kerk te Haarlem; Citroen,
Haarlemse zilversmeden en hun merken, p. 97 en afb. 4.
9. De meestertekens bevinden zich op de voet en op de aedicula. De lunula is
een latere toevoeging uit de 20ste eeuw.
10. Zie hiervoor de tekst in de Veilingcatalogus van de veiling Sotheby's,
Amsterdam 30 november 1993, nr. 95
11. Willem Claesz Heda (Haarlem 1594 - Haarlem 1680) nam de achternaam
van zijn moeder aan. Hij was waarschijnlijk vernoemd naar zijn grootvader
van moederszijde, mogelijkerwijs Mr. Willem Heda, die tussen 1579 en 1590
vroedschap was in Haarlem. Er waren nog verdere familiebanden. Willems
zuster Geertruida Claesdr. Heda was getrouwd met Gerrit Simonsz van
Tetterode, wiens zuster Trijntgen Simonsdr van Tetterode getrouwd was
met Dominicus Jansz Bagijn.
12. Biesboer, Collections of Paintings in Haarlem, p. 237. In de inventaris van
JAARBOEK HAERLEM 2OO7