het fhm. Willem Claesz Heda, Stilleven met pastei en tazza, gesigneerd en
gedateerd 1633, Haarlem, Frans Hals Museum. In verschillende andere stil
levens van Heda komt dezelfde tazza voor. Na 1635 komt de tazza niet
meer voor. Merkwaardigerwijs komt dezelfde tazza voor in een aantal stil
levens van Pieter Claesz, beginnend met het Stilleven met tazza, ca. 1630, in
Berlijn. De tazza komt ook nog voor op stillevens uit 1637 in Winterthur en
in een privé collectie, (zie: cat. tent. Pieter Claesz. Meester van het stilleven
in de Gouden Eeuw, Haarlem, (Frans Hals Museum) 2004/2005, nr. 28 en
29) Men zou denken dat de tazza zich toen in openbaar bezit bevond,
zodat beide schilders ze konden schilderen of dat ze prijs waren in een
loterij. Het was gebruikelijk loterijprijzen publiekelijk ten toon te stellen in
een prijzenkast voor het stadhuis. Loterijprijzen werden herhaaldelijk inge
zet in verschillende loterijen, omdat de prijs vaak voor het gewicht in zilver
in geld ingewisseld werd.
21. Aangekocht in 2000 met steun van de Mondriaan Stichting, de Vereniging
Rembrandt, de J.C. Ruigrok Stichting, het Fonds de Haas en de Vereniging
van Vrienden van het Frans Hals Museum. Hoogte 71 cm. Het beeld werd
aangekocht bij Sotheby's Amsterdam. Het was al jaren eerder, in 1907, ver
kocht door de toenmalige pastoor van de oud-katholieke kerk te Enkhui
zen om de restauratie van het kerkgebouw te kunnen bekostigen.
22. Doek 232 x 193 cm, gesigneerd en gedateerd 1633, Rijksmuseum, Amster
dam, inv. nr. A 2311.
23. In 1623 schilderde hij de Opwekking van Lazarus voor de Onze-Lieve-
Vrouwekerk te Brugge, een Aanbidding der herders voor de schuilkerk in
Oud Ade bij Leiden, een Hemelvaart van Maria voor de St. Pieterskerk te
Gent in 1648. Verder schilderde hij een groot aantal portretten van rooms-
katholieke geestelijken. Dirkse, Begijnen, pastoors en predikanten, p. 150.
24. Augustijn de Wolff was vanaf 1614 aangesteld te Enkhuizen als assistent
van de toenmalige pastoor Nicolaes Moens. Van 1631 tot 1633 was hij korte
tijd pastoor in de St. Bernardus in de Hoek, waarna hij in 1633 terugkeerde
naar Enkhuizen als pastoor van de rooms-katholieke schuilkerk St. Gom-
marus gevestigd in een voormalig pakhuis in de Westerstraat. Het portret
van Augustinus de Wolff, paneel, 69 x 48,5 cm, gesigneerd en gedateerd 1631
bevindt zich in Museum Het Catharijnenconvent. (Zie voor de biografische
gegevens van Maria de Grebber, Pieter de Grebber en Augustinus en Wou
ter de Wolff en een afbeelding van het portret: cat. tent. Judith Leyster.
Schilderes in een mannenwereld, Haarlem (Frans Hals Museum), 1993, p.
228-233 en P- 220-222)
25. Haar echtgenoot was redelijk bemiddeld. Op een bepaald moment had hij
nog 2900 gulden aan te ontvangen gelden uitstaan in Bolsward. Na zijn
dood ontving Maria volgens het testament een jaarrente van 150 gulden.
78 JAARBOEK HAERLEM 2007