De woningen voor de meer gegoeden werden gebouwd op de hoger gelegen zandgronden, terwijl de arbeiderswijken alleen op de laag gelegen en soms drassige veenbodem werden aangelegd. Pas aan het einde van de 19de eeuw werd het Kleverpark als eerste gegoede woonwijk op de veengronden gebouwd. De eerste woningbouw werd vanaf de jaren zestig vrijwel alleen op de stukken weilanden nabij de stadssingel aangelegd. Met name de woningen voor de meer gegoeden werden tussen 1870 en 1890 vrijwel allen op stukken weiland gebouwd. Weiland had tot belang rijk voordeel dat er slechts een gering aantal grondeigenaren bij betrokken waren én de grond snel bouwrijp gemaakt kon worden. Soms was de onbebouwde grond pas vlak voor bebouwing beschik baar gekomen, bijvoorbeeld door de verplaatsing of opheffing van de bestaande functies. Zo werd het Ripperdapark gebouwd op het even daarvoor verplaatste exercitieterrein, het Florapark op het Hazepatersveld dat niet langer als park in gebruik was en het Fre- derikspark op de Koekamp of Princessetuin. Dat het Kleverpark op veengrond werd aangelegd hing er sterk mee samen dat hier één van de weinige nog resterende stukken weiland in de directe nabij heid van de stad lagen. Bij de aanleg van arbeiderswoningen speelde de beschikbaarheid van onbebouwde grond een minder grote rol. De bereikbaarheid en nabijheid vanuit de stad was belangrijker. Zo werden de eerste arbeiderswoningen in de stadsrand gebouwd bij de bruggen naar de stad. Mede daardoor lagen de eerste woningen tussen een verschei denheid aan andere functies. De eerste bouwblokken van de Leid- Figuur 2: De I9de-eeuwse ring: grondsoort, bebouwing en doelgroepen FRANK SUURENBROEK 83

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2007 | | pagina 85