eerder opgestelde plannen van Zocher. Het op dezelfde dag inge
stuurde rekest van C.J.G. de Booij was dat wel en werd daarom
direct goedgekeurd.6'
Samen met de overheid
Bovenstaande partijen en uitvoerders waren particulieren die uit
eigen beweging het initiatief namen om tot bebouwing over te gaan.
Dit betekent echter niet dat de Haarlemse overheid geen rol van
betekenis heeft gespeeld. Integendeel, op heel veel verschillende
manieren en momenten had de gemeente invloed op de uitbreiding.
Officieel had de gemeente sinds de Gemeentewet van 1851 de moge
lijkheid om actief op te treden in de ruimtelijke ordening. In de wet
zat echter geen verplichting verankerd, dus de mate van activiteit
mocht ieder college zelf bepalen. In Haarlem trad de gemeente
actief op, maar wel altijd reactief en niet proactief. Eerst was een
voorzet van een particulier initiatief noodzakelijk.
De houding van de gemeenteraad kon dientengevolge ambiva-
weiland
aanleg tot vernaak.
aardappelland
weiland
bouwland
moestuin
moestuin
boomgaard^
Figuur 4: Buitenplaats 't Klooster in 1832
86 JAARBOEK HAERLEM 2007