In de jaren tachtig leek meer mogelijk. De plannen en publieke
werken in het gebied tussen de Raambrug en de Zijlbrug waren in
volle gang en in 1889 diende het Fonds van De Haas zelf een plan
in bij de raad. Het betrof een uitbreidingsplan voor het Wijde Geld-
elozepad dat samen met de andere grondeigenaren was opgesteld.
Aan de gemeente stelden zij als voorwaarde voor het ter beschik
king stellen van de benodigde grond voor de aanleg van publieke
werken dat de kosten hiervoor volledig door de gemeente zouden
worden gedragen. Als extra drukmiddel was daaraan toegevoegd
dat dit 'een unieke kans was': het zou nog maar de vraag zijn of de
toekomstige directeuren van het Fonds ook tot woningbouw bereid
zouden zijn. De gemeenteraad toonde zich echter ongevoelig voor
de drukmiddelen van het Fonds. Het plan werd aangescherpt en
75% van de kosten voor de aanleg van de publieke werken zou
zoals gebruikelijk door de adressanten moeten worden opgebracht.
Hiermee was de uitvoering van dit deel van het uitbreidingsplan
weer uitgesteld, en ditmaal zou het tot 1901 duren alvorens opnieuw
plannen voor dit gebied werden ontwikkeld.
Voor het iets zuidelijker gelegen gebied werden de ingediende
plannen voor de Emmalaan en omgeving overigens wel uitgevoerd
rond 1895. Dit was met name mogelijk door de schaalvergroting in
de bouwwereld. De nieuwe grote commerciële bouwondernemin
gen waren in staat om in de meer complexe delen van de stadsrand
tot bebouwing over te gaan. Deze ondernemingen bezaten voldoen
de kapitaal om snel via koop en ruil eigenaar te worden van de
benodigde gronden en sloten met de overige eigenaren een samen
werkingsverband. Bovendien werd er niet afgewacht tot de ge
meente een besluit zou nemen maar constant druk uitgeoefend om
zo spoedig mogelijk met bouwen te kunnen beginnen. De afschaf
fing van de bescherming van de zakelijke last die met name op per
celen in de dicht verkavelde delen van de stadsrand rustte, speelde
ten slotte ook een cruciale rol.
De invloed van de ruimtelijke erfenis II
Begin jaren zestig bevonden zich op de meeste percelen onbebouw
de grond in de stadsrand een zogenaamd servituut. Een servituut is
een 'zakelijke last waarmee een erf bezwaard was tot gebruik en
nutte van een ander (aangrenzend) erf.' Zo rustte er een servituut
op het Rozenprieel, op enkele kleine weilanden nabij de Leidse-
vaart en het Wijde Geldelozepad, op vele gronden en tuinen tussen
JAARBOEK HAERLEM 2007