gelschen, die met de onzen verbonden waren, zich in de Theems had den teruggetrokken. De Evertsens, die ik in leven gekend heb woonden Kruisstraat 17 hoek Ridderstraat. De vader van 't gezin was waard of herbergier. De herberg had aan de voorpui een begroeiing van 't groen van twee lin- denboomen. Dit groen werd omgeleid langs latwerk in den vorm van een omgekeerde kist. Aan de deurposten of stijlen waren, de toen waarneembare halve tonnetjes met "Vrij-wijn", bevestigd. Wanneer men de deur was binnengetreden en langs de vriendelijke en alles goed pratende dronkenlappen van die dagen was voorbij gestapt, kwam men na eenige schreden in de binnenkamer terecht. Ko en Herman heetten de beide zonen. De een werd uurwerkmaker en Herman bekwaamde zich voor het koekbakkersbedrijf. Met Herman liep ik dikwerf samen als buurjongen in den omtrek. Dan liepen we ook wel in de woestenij, waar de Achter Nieuwe Gracht doorliep. Bur gemeester Mr. E.A. Jordens heeft in die dagen gedaan gekregen dat uit die woestenij het Kenaupark verrees, nadat van te voren de genoemde gracht was gedempt. Het deel van de Achter Nieuwe Gracht, dat van den grond af, waar nu het Kenaupark is, doorliep tot aan het Spaarne, werd na demping herschapen in hetgeen nu Parklaan heet. Beide, het Kenaupark en de Parklaan behooren tot de mooiste omwerkingen naar schoonheid, die Haarlem in mijn tijd zijn ten deel gevallen. De goegemeente was er echter maar weinig mee ingenomen, want, zei men: 'die Jordens laat maar tuintjes aanleggen en wij betalen de belasting.' Van den aanleg van het Kenaupark ben ik dus ooggetuige geweest, tevens van de hui zen er om heen natuurlijk. Het eerste hernieuwt zich telken jare in nieuwe pracht en frischheid; de huizen schijnen reeds nu hun besten tijd te hebben gehad; namen als: Boreel van Hoogelanden, Hoeuft, De Clercq van Weel, Vening Meinesz, Sandberg, Hooft zoekt men er thans en vindt ze niet meer. Op den grooten steen in het middelste huis aan de Oostzijde leest men, dat deze huizen inMDCCCLXVii (1867) zijn ge bouwd. In het Kenaupark zijn sommige deelen van het begin af, zoo ge bleven als zij nu nog zijn. In het pad, dat van de Nassaubrug af het eerste pad is dat men bereikt, ontmoet men een mooi perk Rhododen drons; van de huizenkant aan de Oostzijde ontwaart men een boog van stamrozen langs het pad dat daar een kromming vormt. Die rhododen drons en stokrozen zijn het, die van 't begin af daar ter plaatse steeds zijn gehandhaafd. Een ding in het Kenaupark heeft geen bekoring voor JAARBOEK HAERLEM 2008

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2008 | | pagina 116