Noten J.L. Tadema, HaarlemscheJeugdherinneringen, Haarlem 1937. R[utgers] v.d. L[oeff Haarlemsche herinneringen, in Jaarboek Haerlem 1941, p. 79-80. Van Deyssel (K.J.L. Alberdingk Thijm) schreef hem op 23 april 1938 vanaf het adres Dreef 4 de volgende brief, kennelijk als antwoord op een briefje van Broekmeijer met de vraag waarom Van Deyssel zijn winkel niet meer frequen teerde. 23 April 1938 Zeer gewaardeerde leverancier en mede-minnaar der Schoone Letteren, Het is inderdaad de puikheid Uwer waren en de beminnelijkheid Uwer hoofschheid, die mijn daden van koopmanschap ten uwen opzichte, in den vorm van het plegen van aankoopen, steeds tot een bizonder genoegen voor mij maakten. Het is dan ook louter en alleen om dat ik sedert ruim drie maanden, in verband met eene ongesteldheid, het gebruik van het edele toeback-kruyd tijdelijk heb gestaakt, dat ik den laatsten tijd noch door onze tooverachtige vèr-spreek-toestellen noch door onze Koninklijke Posterijen U een opdracht deed geworden. Zoodra sigaar en pijp weder door mij worden ter hand genomen, zal ik mij de produc ten, zoowel uwer Kruisstraatsche Kerverij als van de Braziliaansche plantages, herin neren, in de hoop mijn belangen weder met de heusche vormelijkheid van van-ouds be hartigd te zien. Ik verstoutte mij in den aanhef van dit schrijven U een liefhebber der Schoone Letteren te noemen om den onmiskenbaar letterkundigen vorm door U aan uwe missive gege ven. Geloof mij, met den groet dervriendschap, Dr. K.J.L. Alberdingk Thijm ARENT BROEKMEIJER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2008 | | pagina 153