21 februari 2008 - een daklantaarn wordt op het dak gezet.
na mijn indiensttreding in 1984 stelde ik de toenmalige commissaris
van de Koningin, drs R.W. de Wit, voor om na te denken over de her
plaatsing van de lantaarns. Hij voelde daar niet voor omdat naar zijn
mening de geschiedenis van het gebouw gerespecteerd diende te wor
den en, zo voegde hij er aan toe, door de verwijdering van deze kappen
had het gebouw een mooie ranke uitstraling gekregen. Deze in monu-
mentenland veel gedeelde opvatting werd ook onderschreven door de
opvolger van De Wit, prof. Dr. J.A. van Kemenade. Een jaar voordat tot
restauratie van Paviljoen Welgelegen werd besloten voerde de Monu-
mentenwacht nh om mijn verzoek een onderzoek uit naar de dakcon
structie in de hoop aanwijzingen te vinden over de plaats en positie
van de voormalige lichtkappen. Het resultaat van het onderzoek was
niet eens zo diepgaand maar het leverde voldoende informatie op om
verder te willen zoeken.
Toen de aanbestedingsprocedure voor een restauratiearchitect van
start ging werd dit onderzoeksrapport als documentatiemateriaal
meegezonden naar de architecten die hadden ingetekend. Het was
geen harde voorwaarde voor een restauratieplan en de vraag werd dan
ook luchtig gesteld 'te bekijken of reconstructie van de lantaarnkap-
pen realistisch en betaalbaar was'. Architectenbureau Verlaan Bouw-
stra liet er geen twijfel over bestaan in het door hen ingediende restau
ratie-concept: door herplaatsing van de lantaarnkappen zou het
163
GERRIT BOSCH