Maar de belangrijkste conclusie die Jacqueline Heijenbrok en Guido Steenmeijer uit hun onderzoek konden trekken is wel die van de iden titeit van de ontwerper van Welgelegen. Wie is de architect van Welgelegen en wie nam het initiatief tot de bouw ervan? Tot op de dag van vandaag zijn er geen bouwtekeningen gevonden van Hope's huis aan de rand van de Haarlemmerhout. Over de oorzaken daarvan kan alleen maar worden gespeculeerd. Een van de veel ge bruikte verklaringen is dat Hope het dossier van de bouw tijdens zijn vlucht naar Londen heeft meegenomen en dat het daar is zoekgeraakt. Het ontbreken van de bouwtekeningen, contracten en corresponden tie over de bouw heeft de gemoederen vaak bezig gehouden. Al veertig jaar na de bouw van Welgelegen bleek de naam van de architect niet (meer) bekend te zijn. Maar ook in die tijd werd het on-Hollandse gebouw als een uitzon derlijk monument gezien waardoor het de aandacht trok van de Gentse architect Pierre Jacques Goetghebuer. Die publiceerde in 1827 zijn Choix des Monuments, Edifices et Maisons les plus remarquables Du Royau- me des Pays-Bas. In dit boek noemde Goetghebuer Michel de Triquetti (1748-1821) als de ontwerper van Welgelegen. Triquetti was de consul van het Koninkrijk Sardinië in de Republiek der Nederlanden, een be kende van Henry Hope en tevens een groot liefhebber van kunst en ar chitectuur. Volgens Goetghebuer zouden zijn ontwerptekeningen voor het gebouw zijn uitgewerkt en uitgevoerd door een jonge architect uit Dendermonde: Jean Baptiste Dubois (i762-r85r). Gedurende de 150 jaren die volgden werd deze aanwijzing geaccepteerd en overgenomen in publicaties. Het duurde tot ^75 voordat deze visie openlijk in twij fel werd getrokken. De vermaarde architectuur-historicus prof. dr. Engelbert H. ter Kuile publiceerde een artikel waarin hij nadrukkelijk beweerde dat het gebouw ontworpen moest zijn door een Nederlandse architect en hij wist ook welke: Leendert Viervant, de architect van o.a. Teylers Mu seum en van Teylers Hofje.14) Naar aanleiding van dit en nog twee ande re artikelen die Ter Kuile over dit onderwerp schreef15) ontstond een le vendige discussie. In de monografie over Welgelegen die in 1989 door de Provincie Noord-Holland werd uitgegeven15) laat Jan Nederlof, de auteur van het hoofdstuk 'Bouwgeschiedenis en architectuur', in het GERRIT BOSCH

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2008 | | pagina 171