wer Giovanni Battista Piranesi (1720-1778).21) Henry Hope liet dit pronk
stuk in zijn bibliotheek op Welgelegen inmetselen. In de Tweede
Wereldoorlog werd de schouw overgebracht naar Huis Barnaart aan de
Nieuwe Gracht omdat men in dit stadspaleis een Empire-museum
wilde inrichten en het meubel daar een top-attractie zou kunnen vor
men. Het museum is er nooit gekomen, de schouw werd opgeslagen en
uiteindelijk in 1962 door het provinciaal bestuur in bruikleen gegeven
aan het Rijksmuseum te Amsterdam.22) In 2008 was de schoorsteen
mantel te zien op de Piranesi-tentoonstelling in Teylers Museum.
De archiefvondst door De Fabryck, op grond waarvan Abraham van
der Hart wordt aangewezen als de ontwerper van Welgelegen, is een
belangrijk gegeven in de discussie over de architect van het gebouw.
Omdat Welgelegen in de schijnwerpers staat door de recente restaura
tie, zal er in de komende jaren ongetwijfeld veel aandacht zijn voor
juist deze stelling van Jacqueline Heijenbrok en Guido Steenmeijer.
Scagliola en stucco lustro in de statenzaal en koffiekamers
Kleuronderzoekster Elsbeth Geldhof heeft zich naast het onderzoek in
de Dreefvleugel en het oostelijk hoekpaviljoen intensief gericht op de
voormalige muzieksalon en de schilderijenzalen van Henry Hope.23) In
de drie grote zalen was haar onderzoek vooral geconcentreerd op de
marmerimitatie van de wanden. Alleen de schoorsteenmantels en de
plinten in deze ruimten zijn van echt marmer. De oranje/rode lambri
seringen werden bij de bouw in de 18de eeuw uitgevoerd in een mar
merimitatie die bekend is onder de naam scagliola.24) In de loop der
jaren waren er zoveel beschadigingen in dit imitatiemarmer aange
bracht dat herstel noodzakelijk was. De restauratie werd uiterst kundig
uitgevoerd door André Zehrfeld uit Dresden.
Veel tijd heeft Elsbeth Geldhof besteed aan het onderzoek naar het
stucco lustro. Ook dit is een marmerimitatie maar nu één die is aange
bracht door middel van 'tekeningen' in de gestukadoorde wanden. Bij
aanvang van de restauratie bestond het idee dat de wanden van de drie
grote zalen volledig waren uitgevoerd in dit stucco lustro. Het bewijs
hiervoor is niet gevonden. De grote vlakken, waartegen nu de wandta
pijten hangen, zouden volgens het onderzoek door De Fabryck, groen
zijn geweest.25) Onderzoek op de intercolumnia26) leverde geen bewijs
op van mogelijk aanwezig imitatiemarmer. In de afgelopen decennia
heeft de provincie Noord-Holland de zalen een paar keer grondig laten
JAARBOEK HAERLEM 2008