re vrijdommen en voorrechten, die uit de inschrijving zelf reeds volg
den'.33'
In zijn Leidse periode tekende Meijer in 1777 de 'Seizoenenserie'
waardoor hij bekend is gebleven. De serie is in het bezit van het Teylers
Museum.34' Het valt niet uit te sluiten dat de relatie tussen Meijer en
Hendriks bij de verwerving een rol heeft gespeeld. In deze 'Seizoenen
serie' komt niet alleen zijn schilderkundige vaardigheid tot uitdruk
king, maar komen bovendien alle beeldelementen uit de voorgaande
Haarlemse periode samen.
Zijn werk na 1777 kenmerkt zich vooral door continuering en herha-
ling- Ambachtelijke kunst, kunst om in het dagelijks leven te voorzien.
Meijers verblijf is in Leiden nog te traceren tot 1779 vanwege een
testament van zijn schoonmoeder.35' In 1782 woonde Meijer in Amster
dam, zoals is op te maken uit de registratie van zijn tweede huwelijk
met Marie Jeanne Du Pré.36' Het eigenaardige is dat de registratie van
het overlijden van zijn eerste vrouw in geen van de steden: Amster
dam, Haarlem en Leiden is terug te vinden. Een - speculatieve verkla-
ring zou kunnen zijn, dat zij in Londen is overleden. De periode van
haar overlijden - vermoedelijk rond 1780/81 - valt samen met Meijers
mogelijke verblijf in Londen zoals hierboven reeds genoemd.
Meijer verbleef in Amsterdam tot tenminste 4 april 1787, dit blijkt
uit de registratie van de geboorte van zijn jongste zoon Daniel.37' Het
lijkt of zijn tweede huwelijk Meijer een nieuwe artistieke impuls gaf,
want hij probeerde nieuwe thema's, zoals het genre, uit.
In 1789 (genoemd wordt ook 1788) keerde hij terug naar Engeland
(Londen) met zijn tweede vrouw.38' Het jaar 1789 lijkt waarschijnlijker
dan 1788. Hendrik Meijer zal zijn brood moeten verdienen in Engeland
en zal dus, zoals hieronder ook daadwerkelijk blijkt, zo snel mogelijk
in het lokale kunstenaarscircuit willen meedraaien.
Er kunnen verschillende motieven zijn voor Meijers vertrek naar En
geland. Eén biograaf vermeldt dat Hendrik Meijer als politieke vluch
teling zijn toevlucht in Engeland zocht.39' Nergens zijn er echter aan
wijzingen te vinden dat Meijer politiek bevlogen was, zodat de theorie
'dat Meijer een politieke vluchteling was' niet te onderbouwen is.
Waarschijnlijker is dat Meijer om commerciële redenen naar Engeland
is gegaan. De Nederlandse economische ontwikkelingen waren in het
laatste kwart van de 18de eeuw - zeker voor de ambachtelijke kunste
naar die Meijer was - niet bijzonder gunstig, terwijl er al een lange tra
ditie bestond van continentale kunstenaars, die in Engeland hun com
merciële heil zochten.
JAARBOEK HAERLEM 2008