In 1790 duikt Meijers naam, geschreven als Hendrick Meyer, op als
'exhibitor' op de tentoonstellingen van de Royal Academy in Londen;
ook in de jaren 1791 en 1792 wordt hij als 'exhibitor'vermeld.40) Zijn
laatst bekende huisadres in Londen is 34 Charles Street, Middlesex
Hospital. Er bestond enige onzekerheid over het tijdstip van overlijden
van Hendrik Meijer, omdat er werk is gevonden dat na 1793 is geda
teerd. Uit de Londense bevolkingsregisters blijkt echter dat Hendrik
Meijer in 1793 overleden is. Volgens de 'Burial registers of St Marylbone
Parish Church' is hij daar op 6 maart 1793 begraven.41) Op dat moment
woonde hij in 34 Charles Street. Uit een aantekening in de fiscale re
gisters (local property tax) blijkt dat op 13 april 1793 een Charles Rosen-
bergh de belastingplichtige werd (Rosenbergh staat ook genoteerd als
belastingplichtige voor het jaar 1794). Meijer betaalde local property
tax in 1792 voor het huis in Charles Street. Bovendien, zijn nalaten
schap is bij het veilinghuis Greenwood in Londen op 29 en 30 april 1793
geveild.42) Na zijn dood keerde zijn vrouw terug naar Amsterdam, zoals
op te maken is uit haar optreden als getuige bij de registratie van de
doop van haar kleinkinderen.
Over Meijers laatste jaren in Londen wordt tenslotte vermeld:Mais
malheureusement étant martyr de la goutte, il se trouvait souvent
oblige de peindre dans son lit.'43)
Hendrik Meijer was dus een beoefenaar van de Teeken-konstdie
zoals hij zelf in zijn lezing uit 1773 voor Haarlemse Stadstekenacade
mie zegt:
'...met recht [noemt men deze] niet alleen de Moeder, maar ook de
Ziel der Schilder- en Beeldhouwkunde. Zy moet in deeze Konsten
alles doen: want gelyk de Ziel in 't Ligchaam woont, en hetzelve
doet aangenaam zyn; alzo geeft ook de Teeken-konst aan deze Kon
sten de leevende werkzaamheid; en zo verre de Ziel het Ligchaam
overtreft, zo verre gaat ook de Teeken-Konst, de Schilder- en Beeld
houwkunde te boven."44)
In zijn Haarlemse lezing uit 1773 richt hij zich ook tot de prijswinnaars
en overige leerlingen met de woorden: '...streeft dan Jongelingen el
kander in de loopbaan der Konst voorby, aan het eind derzelve is roem,
eer, geluk, en een onsterfellyken naam te bekomen...'.45)
Is Hendrik Meijer er zelf in geslaagd deze roem en onsterfelijkheid
te verwerven? Meijer was een ambachtelijk kunstenaar, geen 'artist-ge-
PETER VAN DE KAMP 57