Over de techniek van het bedrukken met goudpoeder schrijft de
drukker-illustrator Jean Matthieu Kierdorff (1803-1882) in een in 1965
gepubliceerd handschrift dat van kort na i860 moet dateren3':
'Het valsche goud in poeder is algemeen bekend onder de naam van
Brons. Het wordt te Fürth en te Neurenberg gefabriceerd. Om het te
gebruiken, trekt men de proeven, met gewoone drukinkt, en laat er
dadelijk het brons overgaan, met een pakje katoen, zorgende niet te
veel te stuiven, dewijl de inademing van dit metaal ongesteldheid
kan veroorzaken. Hoe gladder het papier is, hoe glansrijker de druk
met goud uitvalt, vooral als men gedrukt heeft met eene inkt welks
kleur het meest nabijkomt aan het brons dat men gebruikt.
Zedert eenige jaren ziet men veele adres en visite kaarten van zeer
fijnen glans, die bekend zijn onder den naam van Porceleincarton.
Dit Carton wordt gemaakt door er verscheidene malen zeer dunne
en effene laagjes over te brengen, van eene kleur zamengesteld uit
cremnits wit, vereenigd met eene kleine hoeveelheid lijm en aluin.
Op eene gepolijste plaat door de koperpers gehaald, erlangd het
eene fijne en zachte glans.'
Aan het eind van de jaren vijftig werden porseleinkaartjes ook in
Nederland gedrukt, onder andere bij de Haarlemse firma Emrik Bin-
ger. Dit bedrijf was in 1857 ontstaan door samenvoeging van de druk
kerijen van O.D. Emrik en Chs. Binger. Opvallend is dat er onder de
Haarlemse kaartjes enkele zeer vroege exemplaren zijn en enkele zeer
late. De vroegste zal het kaartje van De Phoenix zijn met als eigenaars-
naam Poelman fils Fervaecke. Dit kaartje moet dateren uit de jaren
1834-1836. Enkele van de meest recente kaartjes hebben al de nieuwe
huisnummers - zonder wijkaanduiding -, welke vernummering in
i877plaatshad.
De bloeiperiode van het porseleinkaartje in Nederland lag tussen
1845 en 1865. In België, waar de eerste kaartjes al in het begin van de
jaren dertig werden gedrukt, lag dat iets vroeger.Eigenaardig is nog
dat er zoveel meer porseleinkaartjes uit België bestaan dan uit andere
Europese landen. Dat viel ook Tschichold al op. Deze verklaarde het uit
het feit dat ze wellicht buiten België minder verzameld werden. Belgi
sche porseleinkaartjes werden in grote, vierkante, plakboeken met
blauw papieren bladen verzameld. Vaak treft men op losse kaartjes op
de achterkant nog sporen aan van dit blauwe papier. Ook treft men op
JAARBOEK HAERLEM 2008