Krijn Haasnoot werd geboren in Katwijk, in een nederlands-her-
vormd milieu. Na een opleiding in Den Haag gevolgd te hebben aan
wat toen de mts heette (Middelbare Technische School), studeerde hij
- met enige vertraging door de Tweede Wereldoorlog - bouwkunde
aan de Technische Hogeschool (nu Technische Universiteit) in Delft.
In 1954 studeerde hij af, met de aantekening 'stedebouw'.
Hij trouwde met Wil Star, eveneens uit Katwijk. Zij kregen drie
zonen.
Op 1 mei 1954 werd hij benoemd aan de afdeling Stadsontwikkeling
van de gemeente Haarlem. Hij zou de stad, met een kort uitstapje naar
Utrecht in 1969, trouw blijven tot aan zijn pensionering. Begin jaren
zestig werd hij hoofd van de afdeling Stadsontwikkeling; in 1968 ad
junct-directeur van de Dienst Openbare Werken. In 1975 werd hij be
noemd tot directeur, samen met H.J. Scheffelaar, als opvolgers van de
heer J.H.A.Hardeman. De taken werden verdeeld: Haasnoot werd be
last met de afdelingen Stadsontwikkeling, Verkeer en Grondbedrijf.
Onder de laatste afdeling viel ook de zorg voor de gemeentelijke pan
den.
Bij zijn pensionering op 1 december 1984 werd hij benoemd tot Offi
cier in de Orde van Oranje Nassau.
Bij zijn aantreden in 1954 bevond Nederland zich middenin de we
deropbouwperiode, wat in Haarlem niet zozeer wederopbouw was (er
was niet veel verwoest) maar uitbouw, expansie.
Zijn eerste grote taak was Parkwijk, eigenlijk nog een taak die uit de
periode vóór de oorlog was blijven liggen. Het stedenbouwkundig plan
voor deze wijk, gerealiseerd tussen 1956 en 1961, is geheel van Haas-
noots hand. Dat geldt ook voor de stedenbouwkundige plannen voor
de Boerhaavewijk en Europawijk-Noord en -Zuid. Die plannen had hij
al klaar vóór de annexatie van Schalkwijk in 1963. Het zijn stuk voor
stuk plannen met een helder geometrisch patroon, passend in de toen
heersende stijl van het functionalisme in stedenbouw en architectuur.
Maar toch gaf hij elke wijk wel een zeker eigen karakter mee, zoals nu
nog goed op de Haarlemse plattegrond is te zien.
Toen de daarop volgende deelplannen voor Schalkwijk gemaakt
werden was hij al zover in de ambtelijke hiërarchie gestegen dat hij het
ontwerpen aan zijn medewerkers moest overlaten. Hij gaf ze alle ruim
te, ook als het niet helemaal of helemaal niet zijn stijl was (de mode in
de stedenbouw veranderde in die tijd snel). Het veel speelsere plan
voor Meerwijk, uit het jaar 1966, was in zijn ogen 'een spoorwegonge-
JAARBOEK HAERLEM 2009