Op 16 en 17 september i860 organiseerde de afdeling Haarlem van de
Hollandse Maatschappij van Landbouw een tentoonstelling. Het bedrijf
van Krelage, E.H. Krelage en Zoon, loofde prijzen uit voor de beste ver
zameling van 100 gedroogde planten, aangelegd door jongens en meisjes
jonger dan zestien jaar. Hugo de Vries zond in en kreeg voor zijn verza
meling een eervolle vermelding. Hij was toen twaalf jaar en Jacob 35 jaar.
Krelage was niet alleen bekend vanwege zijn bedrijf (het grootste van
dien aard in Haarlem) maar ook vanwege zijn in 1858 op het bedrijf aan
de Kleine Houtweg aangelegde Wintertuin, een kassencomplex met al
lerlei exotische planten dat tegen betaling bezocht kon worden. Hij was
bereisd, een bekend publicist, had belangstelling voor de wetenschap en
cultuur, en bezat een beroemde botanische bibliotheek. Daarnaast richt
te hij in i860 jaar samen met een aantal collega's de Algemeene Vereeni-
ging voor Bloembollencultuur (avb), op waarvan hij voorzitter werd en
dat bijna 40 jaar zou blijven.
Hugo de Vries en Darwin
Hugo de Vries leerde het boek van Darwin kennen tijdens zijn eerste stu
diejaar in Leiden. Die kennismaking gaf hem een geheel nieuwe kijk op
de plantkunde. De natuur bleek niet statisch, maar constant in beweging:
soorten veranderden, verschenen en verdwenen. Het zou zijn hele verde
re wetenschappelijke carrière bepalen. Hij schreef daarover later het vol
gende:
'Wat vroeger wetenschap was, was thans nog slechts het a.b.c. daarvan,
het rangschikken en catalogiseeren. Aan het onderzoek werden geheel
andere eischen gesteld, de belangstelling werd in nieuwe wegen geleid,
voor het nadenken, vergelijken, waarnemen en besluiten werd een onaf
zienbaar veld geopend.'3'
Pangenesis
Het meest bekritiseerde deel van het boek van Darwin was zijn evolutie
mechanisme. Dat hield in dat de natuur steeds de best aangepaste indi
viduen binnen een soort selecteert en bevoordeelt. Darwin verklaarde dat
uit de pangenesis, dat inhield dat alle erfelijke eigenschappen waren ge
bonden aan deeltjes in cellen en dat nieuwe soorten ontstonden uit nieu
we deeltjes in de cellen. De wetenschap was daarover sceptisch, zo niet
MAARTEN TIMMER