Honger, kou en felle tegenstand
De winter van 1572-1573 was uitzonderlijk koud. De weerhistoricus J. Buis
man spreekt van een 'apocalyptische winter'.7) Van november 1572 tot me
dio februari 1573 was het water rondom Haarlem stijf bevroren. De dicht
gevroren waterwegen vormden voor zowel vriend als vijand bruikbare
toegangswegen tot de stad. Zo slaagden de belegeraars erin over de be
vroren stadsgracht een loopgraaf aan te leggen, als een soort brug, waar
mee ze tot onder de stadsmuur kwamen. Aan de andere kant kon Haarlem
middels sledentransporten vanuit Leiden en Sassenheim over het ijs van
het Haarlemmermeer regelmatig voorzien worden van voedsel, munitie
en hulptroepen. De Haarlemmers konden daardoor de winter goed door
staan en in de Haarlemse teksten zijn vermeldingen van menselijk leed dat
*a»vJvjww-ll
yWOr*
■W 's
r jfi
Historische kaart van het beleg met de hoofdkwartieren rondom Haarlem. Teke
ning met pen en penseel door Henri Masen, 1573. (Coll. Noord-Hollands Archief)
v r—jtuüa;
y l Tip»™* 1
?StMv.
bi'JrjtmmtrfuMr.
BARBARA KOOIJ 13