Dat dossier bestaat nog steeds. Honderden brieven, briefkaarten, fo to's en tekeningetjes bevinden zich in het Letterkundig Museum te Den Haag. Alles is zorgvuldig geordend door Bomans-kenner Annemarie Feilzer-August de Meijer, die ook een tiental jaren geleden een poging heeft gedaan om een publicatie te verzorgen van een keuze uit dit dossier. Die poging is helaas gestrand, dus voorlopig zal de geïnteresseerde het moeten doen met de fragmenten die op andere manieren naar buiten zijn gekomen. Zo zijn in het boek Godfried. Het leven van de jonge Bomans door Michel van der Plas uit 1982 verspreide citaten te vinden. Toegang tot het dossier is momenteel enkel mogelijk met schriftelijke toestemming van de erven van Bomans en Prenen. De neerlandicus Gé Vaartjes buigt zich op dit moment over het dossier ten behoeve van zijn biografie over Godfried Bomans. Als alles goed gaat zal er over een aantal jaren wel een beschouwing over 'De Rijnlandsche Academie' in te lezen zijn. Dat moet ook wel, want deze 'Academie' vormt een wezenlijk onderdeel uit Bomans' leven. Ondergetekende heeft het afgelopen jaar eveneens het omvangrijke dossier kunnen bekijken. Een neerslag van dat onderzoek is opgenomen in het boek Godfried Bomans. Schrijver tussen kunstenaars, dat verscheen bij de omvangrijke tentoonstelling over Bomans in De Hallen Haarlem. In dit artikel wordt, op basis van het tentoonstellingsonderzoek in combi natie met naderhand nog boven water gekomen bronnenmateriaal, nader ingegaan op de ontstaansgeschiedenis en betekenis van het groepspor tret van de 'Academie'. Er blijken rond dat portret, én rond de 'Rijnland sche Academie' in het algemeen, diverse mythen en mysteries te bestaan, die hier aan de orde komen. Daarbij worden de belangrijkste feitelijke ge gevens rond de 'Academie' nog eens op een rijtje gezet. Mythen en mysteries Volgens één van die mythen richtten Godfried Bomans en Harry Prenen de 'Rijnlandsche Academie' op om stelling te nemen in het debat rond de overwogen demping van de Haarlemse Bakenessergracht. De 'Aca demie' publiceerde haar mening daarover in een uitvoerige ingezonden 'Open brief' in het Haarlems Dagblad van 8 juni 1937. In werkelijkheid lag het toch wat anders. 'De Rijnlandsche Academie' stamt uit de herfst van 1936. Reeds in november van dat jaar had Harry Prenen, in elk geval aan vankelijk de drijvende kracht achter het clubje, de statuten geformuleerd. Er werden plannen op schrift gesteld voor het schrijven van 'Letteren' ANTOON ERFTEMEIJER

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 161