1928. In 1944 maakte hij een bronzen 'Harlequin hurlant', van ca. 95 cen timeter hoog. In 1956 maakte hij daarvan een vergrote versie van 219 cm hoog, 96 cm breed en 86 cm diep. Zadkine heeft eens gezegd dat het zijn ontheemdheid tijdens de oorlogsjaren symboliseert, de eenzaamheid in Amerika en zijn verlangen naar Frankrijk, dat hij als zijn vaderland be schouwde en waar zijn vrouw was achtergebleven. Hoe kwam dit beeld in Haarlem? Magazijn Nederland en de Huilende Harlekijn In het midden van de negentiende eeuw had de familie Kattenburg, een joodse familie die oorspronkelijk uit de Elzas afkomstig was, een winkel in heren- en dameskleding gevestigd in de Lange Veerstraat. In het begin van de twintigste eeuw richtte de familie zich vooral op de verkoop van confectiekleren. Om deze te produceren ontstond in Amsterdam het be drijf Hollandia Confectiefabrieken Kattenburg n.v., met vanaf 1917 een grote fabriek in Amsterdam-Noord. In 1909 begon het bedrijf met waar het beroemd om zou worden: de fabricage van waterdichte regenjassen. Een lid van de familie was naar Engeland gegaan om het procédé te le ren. Bij deze jassen werd een dun laagje rubber op de stof aangebracht. Door de naden te stikken en te lijmen kon een volkomen waterdichte jas gemaakt worden. Het bedrijf had hiermee de eerste waterdichte regenjas uitgevonden. Later kwamen daar de merken Falcon, regenjassen, en Big- Ben, plastic regenjassen, bij. Langzamerhand konden in andere steden ook winkels geopend worden. Begin 20ste eeuw verhuisde de Kattenburg winkel naar de Grote Houtstraat, nummer 36. De Tweede Wereldoorlog had ook voor dit bedrijf tragische conse quenties. In november 1940 trad de directie af, om te voorkomen dat het bedrijf door de Duitse bezetters zou worden onteigend. Onder de nieuwe leiding werd geproduceerd voor de Wehrmacht, wat er toe leidde dat de daar werkzame joden en hun gezinsleden voorlopig vrijgesteld werden van deportatie. In het najaar van 1942 werd hier door Rauter, verant woordelijk voor het deporteren van de Nederlandse joden, een einde aan gemaakt. In totaal werden 820 personen afgevoerd naar Duitse kampen. Daarvan hebben er slechts acht de oorlog overleefd. Aan het IJ-plein in Amsterdam-Noord staat een monument ter nagedachtenis aan deze ge beurtenissen en in het Boek der Tranen is een foto met een korte levensbe schrijving van de omgekomen werknemers opgenomen. Na de oorlog werden de activiteiten hernomen. In 1956 werd de winkel DAAN KERKVLIET

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 171