één geheel lijken te vormen. In dit geïdealiseerde, Italiaansaandoende landschap staat een Bijbels verhaal over de profeet Elisa centraal, die een veldheer geneest van melaatsheid en diens stelende knecht juist met die zelfde ziekte bestraft. Augustini heeft met de schilderingen dus niet al leen een wijze, moralistische les aan de heren regenten gegeven, maar ook een uitbeelding gecreëerd van het Pest en Dolhuys en haar doelstel lingen. Het leek erop dat sinds de doeken werden opgehangen, deze niet meer zijn verwijderd of verplaatst. Ook de rest van het interieur leek, zoals eer der gezegd, vrijwel niet aangetast. Maar toch bleek dat met name de schil deringen de tand des tijds niet zonder kleerscheuren hadden doorstaan. Tijdens een grote verbouwing van het Dolhuys in 2005 werden overheid en de gebruikers met hun neus op de feiten gedrukt. Het gehele complex was erkend als Rijksmonument, en de Regentenkamer hoorde daar ze ker bij. Het duurde dan ook niet lang voor er stemmen opgingen om het unieke interieur van de kamer te herstellen en zo veilig te stellen voor de volgende generaties. Mede door de inzet van de toenmalige Haarlemse wethouder van volkshuisvesting en ruimtelijke ordening Mimi Rietdijk werden hier in 2005 de eerste stappen voor ondernomen. Dit resulteerde na ruim drie jaar papierwerk en getouwtrek tot de langverwachte start van de restauratiewerkzaamheden in februari 2008. Een restauratie die ruim twee jaar zou duren. Allereerst werd de schade in de Regentenkamer opgenomen. Deze manifesteerde zich niet alleen in een flinke hoeveelheid spinrag en stof, maar ook in een donkerbruine laag oppervlaktevuil. Bovendien was de vernis van de schilderingen zwaar vergeeld, mede veroorzaakt door nico tine en rook afkomstig van de open haard én de vele sigaartjes die in de loop der decennia veelvuldig door de heren regenten waren opgestoken. Een aantal overijverige radiatoren en slecht voegwerk in de buitenmuren droegen verder bij aan een ongelukkige situatie in de kamer. Genoeg werk te doen dus. Maar er was ook een aangename verrassing. Achter een van de borden met daarop namen van regenten werd nog een doek van Augustini aan getroffen, voorzien van een donkerblauw baldakijn waarachter het land schap doorliep. De bij de restauratie betrokken partijen besloten dat dit doek na de restauratie in het zicht moest blijven. Om de doeken goed te kunnen restaureren, moesten ze heel voorzich tig losgemaakt worden. Daartoe moest eerst de verf op de doeken goed verzekerd worden, om te voorkomen dat de deze niet verder zou af- HAERLEM JAARBOEK 2010

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 196