De kapitein had die keuze wel. Hij is beduidend minder positief over de loop der dingen: 'Mijnheer, al was ik Hannibal, dan nog begreep ik deze oorlog niet'. Bij de kapitein is weinig plaats voor heroïek. Hij vertolkt dan ook niet het officiële Spaanse standpunt. In de verslagen die vanuit de legerkampen in de Nederlanden naar Nij megen, Brussel of Madrid werden gezonden was het zaak het eigen beleid als juist en gerechtvaardigd weer te geven. Wreed optreden van de eigen troepen jegens de bevolking werd vaak vergoeilijkt, eigen verliezen wer den afgezwakt. Uiteraard kenden de schrijvers de feiten. Toch legden zij zich in hun correspondentie een zekere zelfcensuur op waarbij uitingen van bezorgdheid, twijfel of kritiek over de gang van zaken bewust ach terwege werden gelaten. In een brief van circa 7 februari 1573 vertelt ie mand uit de omgeving van don Fadrique dat hij zich erover verbaast dat niemand Philips II durft te informeren over de slechte stand van zaken bij Haarlem.13' De kapitein als militair De kapitein bezag de strijd door de ogen van een beroepsmilitair. We krij gen dan ook de nodige informatie over het opstellen van kanonnen, het innemen of verliezen van vaandels en dergelijke. Ook moet de kapitein als professional toegeven dat die vermaledijde ketters toch verdomd goede soldaten zijn. Hij heeft actief deelgenomen aan tenminste één krijgsactie tegen Haarlem, zo blijkt uit een brief van begin februari, en wel aan de tweede grote bestorming van de stad die in de nacht van 30 op 31 januari 1573 plaatsvond. De Spanjaarden werden daarbij van de muren weggesla gen en leden zware verliezen. Deze nederlaag werd door het leger, dat zich haast onoverwinnelijk achtte, als schokkend ervaren. In een tweetal brieven beschrijft de kapitein niet zozeer het gevecht zelf, die brief is namelijk verloren gegaan14', als wel de lichamelijke en emotionele naschok ervan. Op 3 februari, drie dagen later, laat hij weten dat hij zich beroerd voelt na 'de zware gevechten van de afgelopen twee dagen'. We weten niet hoe het de kapitein is vergaan na 10 februari 1573, de da tum van zijn laatste brief. Het Algemene Archief van Spanje te Simancas bezit geen brieven van zijn hand van na die datum. Het is goed mogelijk dat de kapitein kort na 10 februari is gesneuveld. Vooral onder de aan voerders zoals maestres de campo, vaandrigs en kapiteins vielen veel do den; deze 'gentlemen'-militairen waren ook werkelijk de aanvoerders van BARBARA KOOIJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 19