Dat hij zijn nek soms ver uitstak om het monumentenbelang te die
nen, moge blijken uit het volgende. Het postkantoor, waarvan hierbo
ven al sprake was, in 1894 door rijksbouwmeester Peters gebouwd, was
een pand dat zeer de moeite waard was. Vooral de gevels zijn bijzonder.
Het gebouw was echter niet beschermd. Aan Jongens kwam op een gege
ven moment een plan onder ogen waarin het oude postkantoor gesloopt
zou worden en vervangen door een modern bankgebouw. Eigenmachtig
schreef hij toen een brief aan het ministerie met het verzoek het pand de
monumentenstatus te geven. De Rijksdienst voor de Monumentenzorg
ging daar grotendeels in mee. De gevels werden uiteindelijk aangewezen
als beschermd monument. Jongens werd bij een ontstemde wethouder
op het matje geroepen en over zijn eigenzinnig optreden gekapitteld. Hij
hoorde dit, zo vertelde hij me eens, deemoedig aan, maar dacht intussen:
'dat gebouw is tenminste gered'.
Jongens had nauwe betrekkingen met de Haarlemse Schoonheidscom
missie. In 1958 had hij de secretaris Jan Voogel al eens tijdelijk vervangen,
in januari 1966 werd hij plaatsvervangend secretaris, in maart 1967 volgde
zijn benoeming tot secretaris. Van 1969 tot 1975 combineerde Jongens de
functie van hoofd bureau Monumentenzorg met die van secretaris van de
Schoonheidscommissie, daarna was hij tot zijn pensionering in 1978 ge
woon lid.
Ook na zijn pensionering liet het monumentenwerk hem niet los. Zo
werd hij bestuurslid van de Stichting Diogenes Haarlem, adviseur van de
Bond Heemschut, lid van de Monumentencommissies van Haarlemmer
meer en van Bloemendaal en ruim acht jaar (1984-1992) voorzitter van de
Monumentencommissie Velsen. Dat in 1991 door de gemeente Haarlem
dwars tegen de landelijke trend in het bureau Monumentenzorg werd op
geheven, vond hij onbegrijpelijk.
Jongens fotografeerde graag, waarbij hij vooral monumenten vast
legde. Dit overigens niet alleen in Haarlem en omgeving, maar ook elders
in Nederland. Hij hield erg van Amsterdam, waarbij de Jordaan favoriet
was. Zo'n 2000 dia's van Haarlem, Velsen en IJmuiden schonk hij in 2005
aan de Archiefdienst voor Kennemerland. Jongens ging ook op speciale
monumentenreizen naar Griekenland, Brugge, Florence en Wenen. Hier
over hield hij af en toe lezingen, onder andere voor de Haarlemse Volks
universiteit of voor het departement IJmuiden van de Maatschappij tot
Nut van het Algemeen, waarvan hij een aantal jaren voorzitter was.
Mijn eerste contact met Pieter Jongens dateert uit 1982 toen ik in cor
respondentie met hem kwam over de architect Jaap London, over wiens
NECROLOGIEËN 207