hun troepen, waarbij zij meestal voorop reden. In de bronnen is niet na te
gaan of de kapitein op enig moment tot de gesneuvelden of zwaar gewon
den behoorde.
De vriend van de kapitein
Met wie correspondeerde de kapitein al die weken zo trouw, bijna dage
lijks, uitvallen, bestormingen, tegenslagen, verwondingen en kou ten
spijt? Helaas wordt ook de naam van de geadresseerde nergens vermeld.
Aanwijzingen uit de correspondentie, gevoegd bij meer algemene kennis
over deze periode, wijzen wel in een bepaalde richting. De geadresseerde
moet iemand geweest zijn uit de groep binnen de Spaanse gemeenschap
die kritisch stond tegenover het beleid van de hertog van Alva en de zij
nen in de Nederlanden en jegens de Nederlanders.
Te denken valt aan Alva's bedoelde opvolger, de jonge edelman Juan de
la Cerda, hertog van Medinaceli die zich als een uitgesproken tegenstan
der van zijn beleid ontpopte.15^ Meteen na Medinaceli s aankomst in Nij
megen, in juni 1572, was er binnen het Spaanse bestuur een Alva-factie en
een Medinaceli-factie ontstaan. Deze facties hadden beide her en der in
het land hun spionnen en informanten.
Medinaceli had uit Spanje een loyale secretaris meegenomen, Pedro
Canales.16' Beide heren waren ontzet over de miserabele toestand waar
in zij de Nederlanden na vijf jaar Alva-bewind aantroffen. Medinaceli
verweet Alva onder andere dat deze niet persoonlijk met zijn leger naar
Haarlem was gegaan maar zijn zoon don Fadrique had afgevaardigd. Me
dinaceli zat met zijn standpunt op één lijn met onze kapitein, die in zijn
brief van 29 december 1572 misprijzend opmerkte: 'ik begrijp niet wat
meneer de hertog van Alva bezielt om niet naar hier, naar Haarlem te ko
men'.
Het is niet onaannemelijk dat de kapitein vanuit zijn standplaats
Haarlem de informant was van de hertog van Medinaceli en diens ach
terban. Ik vermoed dat de kapitein zijn brieven schreef aan Pedro Cana
les. Voor deze gedachte is bovendien een, zij het dubieuze, aanwijzing te
vinden in een brief gedateerd 13 december 1572 aan Pedro Canales. Daarin
vertelt een anonieme Spaanse officier, in de Spaanse brontekst opgevoerd
als 'een vriend', op levendige wijze over een gevecht met het leger van
Lumey dat die dag is gevoerd in de buurt van Heemstede en waaraan hij
heeft meegedaan. Het is uiteraard mogelijk dat Canales meerdere vrien
den cq informanten in het kamp bij Haarlem had, en dat deze anonieme
HAERLEM JAARBOEK 2010