Zijn belangstelling ging destijds meer uit naar zaken als het doen van chemische experimenten in het laboratorium dat hij op zijn kamer had ingericht. Hij las veel en begon ook verhalen te schrijven. Het was vlak na de oorlog een verwarrende tijd voor hem. Zijn vader zat van wege collaboratie met de Duitsers twee en een halfjaar vast. Een belangrijk moment voor Harry Mulisch was het winnen van de Reina Prinsen Geerligsprijs voor jonge schrijvers in 1952 met zijn boek Archibald Strohalm. Hij werd hierdoor ook toegelaten tot de So ciëteit Teisterbant, waarin de Haar lemse kunstenaars zich verenigd hadden. Godfried Bomans was de toonaangevende voorzitter. Daar naast waren ondermeer lid: Harry Prenen, Lodewijk van Deyssel, Kees Verwey, Mari Andriessen. Harry deed al snel voluit mee met dit vaak vro lijke gezelschap. In 1957 overleed zijn vader. Hariy huurde een kamer op het Staten Bol werk 2 en een jaar later vertrok hij naar Amsterdam. Hij had dertig jaar in Haarlem gewoond. Jaren waarin hij gevormd was en waarin zijn schrij verschap was ontstaan. In Mijn getijdenboek (1985) beschrijft Harry zijn jeugd en zijn eerste le vensperiode. Daar valt te lezen hoe hij in Haarlem de eerste meisjes ver sierde en naar zijn kamer smokkelde, hoe hij van school spijbelde, hoe hij de stadsbibliotheek bezocht en een keer een boek stal en hoe hij begon te schrijven. In zijn eerste boeken is de Haarlemse invloed zichtbaar. De in 1982 uit gekomen roman De Aanslag speelt voor een groot deel in Haarlem. Toen een jaar later al 200.000 exemplaren verkocht waren werd dat tijdens een bijeenkomst in de Gravenzaal van het stadhuis gevierd. Inmiddels zijn er meer dan een miljoen exemplaren in vele landen over de toonbank gegaan. De première van het toneelstuk dat er van het boek NECROLOGIEËN 211

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 213