Links) werd de lijn van het plan gevolgd. Het was een enorme politieke
leerschool. De acht jaar als raadslid hebben Chris gevormd, zeker niet
minder dan zijn ervaring in het bedrijfsleven, dat altijd - ook door hem
zelf - naar voren werd gebracht. Zijn succesvolle wethouderschap is niet
mogelijk geweest zonder de lange leerschool met hoogte en dieptepunten
tijdens zijn raadslidmaatschap in een periode dat veel in Haarlem op de
schop ging. Heel bijzonder was zijn tegenplan 'Variaties op Schalkwijk
2000+'. Het tekende Chris. Wars van de toenmalige strikte conventie dat
een coalitiepartij zich niet openlijk uitspreekt tegen collegebeleid - het
visionaire plan was het paradepaardje van PvdA-wethouder Jan Haver
kort - werd deze bijstelling van het plan in de discussie van de stad inge
bracht. Chris vergaloppeerde zich natuurlijk ook wel eens, zoals met zijn
met vuur verdedigde paperclipvariant van de Zuid-Tangentroute, maar
'creatief' was het wel.
In de kaasstolp van het stadhuis met zijn complexe coalities, zijn per
soonlijke verhoudingen los van politieke kleur niet zelden doorslagge
vend. De goede contacten met Pieter Eibers en Hilde van der Molen van
de SP in de gemeenschappelijke oppositiejaren 2002-2006 leidde tot het
opmerkelijke college van PvdA-SP-WD. Dit college met ideologische ui
tersten viel in Nederland op. De SP was na haar grote verkiezingsoverwin
ning in het jaar 2006 tot zeer weinig gemeenten in Nederland tot colle
geverantwoordelijkheid doorgedrongen. Chris had een duidelijk stem in
dit college met de zware post financiën, personeel en organisatie en cul
tuur. Het was een uiterst politieke keuze geweest voor politieke samen
werking, maar de samenwerking werkte juist door goede persoonlijke
chemie.
Chris toonde als wethouder weer zijn ongebreidelde werklust. Wel
maakte hij altijd ruimte voor zijn vrouw Jeanette en toonde hij grote be
trokkenheid bij zijn kinderen Karen en Joris. Een voordeel voor zijn gezin
was dat de afwezigheid door alle buitenlandse zakenreizen nu wel tot het
verleden behoorde.
Als wethouder financiën én cultuur kon hij in de culturele sector van
Haarlem veel regelen. Veel krediet kreeg hij door de afgedwongen sane
ring van de financiële situatie van het Patronaat. Met kenmerkende di
rectheid wees hij op de problemen: 'vis begint te rotten bij de kop'. De vier
grote culturele podia van Haarlem, de projecten van renovatie, herbouw
en nieuwbouw van Concertgebouw, Stadsschouwburg, Patronaat en To
neelschuur waren zo goed als voltooid. Voor de minder spectaculaire,
maar essentiële afhechting van begroting en exploitatie van die instellin
gen tekende hij. De financiële beheersing was een grote uitdaging.
220
HAERLEM JAARBOEK 2010