Veel goodwill kreeg de wisselexpositie van Haarlemse kunstenaars in
zijn kamer op het stadhuis. Hij toonde persoonlijk engagement voor ie
dere zaak in zijn portefeuille. Ook liep hij vaak voor de troepen uit. Dat
dreigde niet altijd goed te gaan. De gemeentelijke aankoop van de Bake-
nesserkerk is een voorbeeld. Het verliep namelijk grillig, na de aankoop
kwam de expositieruimte niet van de grond. Met de uiteindelijke door
verkoop en de vestiging van Archeologie Haarlem in de oude kerk werd
een creatieve oplossing gevonden waarvoor hij zich persoonlijk sterk
maakte. Zijn eigen persoonlijke passie voor ïgde-eeuwse schilderkunst
en oude technieken, van glas-in-lood tot oldtimers sloot aan bij zijn be
langstelling voor het cultureel erfgoed van de stad. Hij behartigde die be
langen als bestuurslid van het Noord-Hollands-Archief, naast een aantal
andere stichtingen zoals het Elizabeth van Thüringenfonds. De door hem
geïnitieerde Lieven de Key-penning wordt nu met enthousiasme voortge
zet.
Natuurlijk was Chris ook een Einzelganger; het was geen toeval dat hij
juist floreerde als enige wethouder van zijn eigen partij in het college met
maar vier wethouders, het kleinste Haarlemse college ooit. Hij genoot
van alle aandacht, zijn ijdelheid was bekend, maar werd hem meer dan
vergeven door de gemeenteraad die hem drie keer achter elkaar tot beste
wethouder van het jaar uitriep. Chris was voor alles een stadspoliticus.
Dat had vele voordelen, hij kende de stad en zijn geschiedenis, had een
scherp oog voor de infrastructuur en de sociale samenstelling van Haar
lem. Maar deze focus had soms ook nadelen, het naar binnen gericht zijn
van onze stad, heeft ook hij niet altijd kunnen doorbreken.
Hij was iemand met een grote creativiteit; iemand die snel kon scha
kelen en snel kon denken. Door zijn grote flexibiliteit, zijn manoeuvreren
tussen kansen en belangen was hij ook een zeer politiek mens. Naast zijn
betrokkenheid en openstaan voor noden van anderen, had hij natuurlijk
ook zijn grillige kanten. Soms was hij tegen mensen, die wat verder van
hem af stonden, plotseling afstandelijk. Die nukkigheid kon wel snel
plaatsmaken voor persoonlijke charme.
De stad Haarlem heeft vele wethouders gekend, maar bij weinigen
klonk zo'n grote echo na zijn afscheid. Superlatieven stonden in de be
richten na zijn dood in de media: 'Maar weinigen waren zó gedreven,
vasthoudend en oprecht betrokken' (De Haarlemmer'Krachtpatser, Haar
lemmer, sociaal dier' (Haarlems Dagblad).
Zijn wethouderschap was duidelijk het hoogtepunt van zijn carrière,
hier kwamen alle lijnen van zijn loopbaan samen. Zijn wethouderschap
NECROLOGIEËN 221