duurde maar vier jaar, toch zijn er vele sporen van hem in de stad terug te vinden. Maar niet een gedenkplaat voor de opening in de Raaksgarage, of het portret in het glas-in-lood raam in de Bakenesserkerk, het is de klok op het nieuwe Raaksgebouw dat de meest treffende herinnering is. Zeer ongebruikelijk voor een bestuurder, tekende hij mee op de tekentafel. Hij wilde een opvallende klok op het nieuwe stadhuisgebouw, en die kwam er. De ziekte die zich in november 2009 openbaarde was voor hem, zijn vrouw Jeanette en hun kinderen Karen en Joris een grote slag. Enige tijd leek het er op dat het ziekteproces, al was het tijdelijk, tot stilstand ge bracht kon worden. Zo veel mogelijk heeft hij met zijn gezin de laatste tijd die hun noch restte bewust geleefd. Hij was heel open over zijn ziek teproces en er was grote bewondering voor hem toen hij zijn taken op het stadhuis na enige tijd weer met ijzeren discipline opnam. Begrijpelijk was het dat hij, naast het grote persoonlijke verdriet, moeilijk zijn werk op het stadhuis kon loslaten. Alles stond bij hem immers in de startblok ken voor een tweede termijn als wethouder. Toen duidelijk was, dat hij niet kon terugkeren als wethouder had zijn eigen vvd hem al als blijk van erkenning tot lijsttrekker gekozen. De regie over zijn opvolging leidde tot een rimpeling binnen de eigen partijpolitieke gelederen. Zomer 2010 kreeg hij in de tuin op de Wegedoornweg uit handen van toenmalig vvd- partijvoorzitter Ivo Opstelten de mr. D.U. Stikker-Plaquette voor zijn in zet voor zijn partij. Na de verkiezingen van maart 2010 keerde hij terug als raadslid en werd hij voor het eerst fractievoorzitter van zijn partij. Hij is die zin in het harnas gestorven. Het overweldigende afscheid van hem in de Grote Kerk was geheel in zijn stijl en was zorgvuldig door hem geregisseerd. Postuum kreeg hij de penning van verdienste van de stad Haarlem. Chris ligt begraven op Alge mene Begraafplaats op de Kleverlaan. FRANS WILLEM LANTINK HAERLEM JAARBOEK 2010

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 224