te graven, want langs deze dijk worden de victualiën naar ons kamp ge bracht. Amsterdamse soldaten en soldaten uit ons kamp die in Am sterdam zijn ondergebracht, gingen op de vijanden af en verjoegen hen waarbij ze meer dan 200 man ombrachten, maar zelf bleven zij allen on gedeerd. Gelukkig kwamen onze soldaten net op tijd op die plek aan want één schepje aarde meer en het water was naar binnen gestroomd, en dat zou ons zeer veel problemen gegeven hebben. Zoals te begrijpen is, betreuren we allemaal het verlies van de vaandels van Valdés en Lucas de Espila. Tot nu toe heeft men geenen de stad gedraagt zich zeer moedig. De bestuurder van de stad heet Ripperda, hij is afkomstig uit Groningen en hij is aanvoerder van een regiment van 12 vendels waarvan hij er drie hier in de stad heeft en de overige in de opstandige steden. Hij doet zich voor als een zeer fatsoenlijk man en als een zeer goed soldaat. Men zou denken dat het met Haarlem zou aflopen als met Naarden en Zutphen, maar he laas heeft de stad ons tot nu toe alleen maar een hoop moeite gekost en nog hebben we haar niet in handen. Maestre de campo Julian is buiten levensgevaar, maar moet wel een oog missen. Op 20 december 1572 werd Haarlem voor het eerst bestormd. Voor de Spanjaar den liep deze actie dramatisch af. Een anonieme Spaanse bron van 20 december 1572 meldt over de gebeurtenissen van die dag: 'Zij hebben kapitein Lucas de Spi- la gedood (-); de vaandrigs van don Gaspar de Gurrea en van sergeant-majoor Francisco de Valdés zijn gesneuveld. (-) De vaandels van Valdés en van Spila zijn in de strijd verloren geraakt, dat wil zeggen ze zijn niet mee teruggekomen. Men gelooft dat lieden uit de stad ze hebben meegenomen en ze de stad hebben ingebracht.' Vaandels waren op het slagveld belangrijke herkenningstekens. Ze vertegenwoordigden het vendel en hadden daarom een sterke emotionele beteke nis. Dat de twee vaandels in handen van de tegenstander waren geraakt, werd als zeer vernederend ervaren. Bij de gevechten van 20 december 1572 werd maestre de campo Julian Romero in zijn oog geraakt door een kogel uit een haakbus toen hij vanuit een loopgraaf de bestorming stond te bekijken. Hij werd daarna ter verpleging naar het Sint Elisabeths Gasthuis bij de Dam in Amsterdam gebracht. De laatste dag van december Op 30 december om middernacht deden de vijanden een uitval naar het kwartier van de heer van Capres waarbij zij een schildwacht en een kor- BARBARA KOOIJ

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 23