Vandaag zijn er in ons kamp 700 haakbusschutters aangekomen van het regiment van Mondragón, allen uitmuntende soldaten. Verder ver wachten we morgen ook nog 1200 Duitsers, en ook Arrieta komt met 800 Waalse haakbusschutters. Men zegt dat binnen drie dagen ook Robles zal komen met nog eens 500 Waalse haakbusschutters. En vijf dagen geleden zijn er nog eens vier compagnieën Walen binnengekomen, ook allemaal hele goede soldaten. Het is inderdaad hoognodig dat ons leger wordt uit gebreid gezien al het zware werk dat het winterweer en de vijanden ons bezorgen. Al drie dagen zijn wij op het ravelijn in gevecht met de vijanden, vaak dag en nacht. Daarbij pakken wij van hen een aantal pieken af waarop zij ons vervolgens met een andere piek een steek uitdelen, en gisteren zag ik hoe van hen twee lansen en een hooivork werden afgepakt. De vijanden brengen echter onze meest vooraanstaande soldaten om, wel twee iedere nacht. En eergisteravond hebben zij twee vooraanstaande soldaten ge dood en een korporaal, en ook de vaandrig van maestre de campo don Ro- drigo de Toledo hebben zij gedood en gisteravond doodden zij nog eens twee van onze soldaten. Vandaag zijn zij tussen onze schans en het kwartier van de heer van Ca- pres door de stad uitgetrokken met een slede begeleid door 100 man voet volk. En voor onze ogen sleurden ze twee Waalse soldaten mee. Julian is vanavond weer in ons kamp teruggekeerd, met zijn ene oog. Don Fadrique heeft hem in zijn woning opgenomen.21' Slotwoord De meeste Spaanse schrijvers zwegen over het falen van het leger en over de conflicten die binnen de eigen natie speelden. Vooral degenen die uit hoofde van hun functie dicht bij het gezag stonden vertolkten het of ficiële standpunt. Deze heren schreven hun brieven en ambtsberichten voornamelijk om het Spaanse bestuur te informeren, maar ook om te manipuleren, te propaganderen of om zichzelf te rechtvaardigen. In hun teksten is geen plaats voor puur persoonlijke gedachten en gevoelens aangaande de actuele situatie. Ook bij de Spaanse kapitein zijn meerdere schrijfmotieven te onder scheiden, maar zijn drijfveren zijn zeker persoonlijk van aard: hij wil ge tuigen en hij wil zich uiten. Veel teksten over het beleg van Haarlem zijn ver van het slagveld en soms ook jaren later vervaardigd; deze teksten zijn dan ook vollediger, HAERLEM JAARBOEK 2010

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 30