Vorming Latijnse school Naar de opleiding die onze protagonist heeft genoten kunnen we slechts gissen. Omdat de Latijnse school rond 1600 door een betrekkelijk brede laag van de bevolking werd bezocht, is het aannemelijk dat Padbrué daar onderwijs heeft genoten. Zeker weten we dat niet, want de leerlingenlijs- ten van de Haarlemse Latijnse school gaan niet verder terug dan tot ca 1665. Deze stedelijk gefinancierde school was destijds in het voormalige Cellebroedersconvent gevestigd. In de familie was er in ieder geval één die dergelijk onderwijs had genoten, Padbrué's oom David. De Latijn se school in Haarlem, die in 1389 was opgericht, stond in hoog aanzien, mede door haar illustere rectoren zoals Schonaeus, die er in Padbrué's tijd de scepter zwaaide. Dit instituut, dat confessioneel een neutrale po sitie innam, werd bezocht door jongens vanaf hun zevende of achtste tot hun veertiende of vijftiende jaar. Men onderwees er onder meer muziek en poëzie. Ook zouden er schooldrama's zijn opgevoerd, waarin de be schouwende reien werden gezongen. Het componeren op reien zou Pad brué later in de praktijk brengen. Dat hij muziek schreef op Latijnse ver zen en kerkelijke teksten doet vermoeden dat die taal hem op zijn minst enigszins vertrouwd was. Muzikale scholing Het vak van speelman werd van oudsher van vader op zoon overgedragen. Zo zal Cornelis de eerste beginselen van het musiceren en zingen onge twijfeld van huis hebben meegekregen. Zou hij de finesses van de vocale polyfonie van orgelkeurmeester, 'hoechconter' en schalmeispeler Jan Willemsz. Lossy (1545-1629) hebben geleerd, van wie wordt aangenomen dat hij de leermeester van Sweelinck is geweest?4' Het is ook denkbaar dat Padbrué de kunst heeft afgekeken van Philips Jansz. van Velsen (Mr. Phi lips), tot zijn dood in 1625 organist bij de St. Bavo. Misschien ook was hij een leergierige autodidact, die, gestimuleerd door zijn kunstzinnige ach tergrond, zich verdiepte in de voorhanden zijnde binnen- en buitenland se muziekuitgaven en theoretische geschriften. Padbrué was mogelijk een compositorisch natuurtalent, maar dat neemt niet weg dat hij zich onmiskenbaar heeft laten inspireren door de talrijke madrigaalbundels die toentertijd in de Nederlanden in omloop waren. AAGJE PABBRUWE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 43