flitr it 3tu0i)t al tot bt ©tugftt. my vereert'. Van Brosterhuysen, die ook aan de eerste bundel had meege werkt, werd eveneens een kort lofdicht afgedrukt, 'Op de Maet-sangh van Cornelis Thymans Padbrué'. Allemaal uiterst vleiende lofbetuigingen, waarvan een ieder kennis mocht nemen. De Kusjes zijn zeer welluidende, frivole en spitsvondige werkjes, waar in Padbrué als een geraffineerd madrigalist naar voren komt. De laatste jaren is er een hernieuwde belangstelling voor. Ze worden door verschil lende ensembles geprogrammeerd. Contrafacturen De Kusjes moeten populair zijn geweest, getuige de verschillende con trafacturen ervan. Hierbij wordt een bestaande melodie van een nieuwe tekst voorzien, een praktijk die nog steeds zeer geliefd is als het om brui loften en partijen gaat. De Haerlemse Somer-bloempjes uit 1646 bevat een lied dat op de 'voyse' van het eerste Kusjes gezongen dient te worden. In Sparens Vreughden-Bron van 1646 wordt voor het lied 'lek Stier de Jeught// al tot de Deught' als 'stemme' aangeduid: 'Lest was ick met mijn Ro- semondt', het vijfde Kusje. Stemme bt/l 0m ick met mijn Rofemotuk. «TT 4EI Nymphjes bdnoits Sparens-ftadt, jy "öt ot ©night bat» b« toaertfte fchat/ i)ouöt be ©cughtfttms uiugemoeöt *3egtdb£tv boo; ijet toatcDtfle goebt. Diezelfde melodie wordt in de Haerlemse Winter-bloempjes uit 1647 voor Anthony Janssens lied Tijmes lof voorgeschreven. De aanduiding daar is: 'Na de Musijck-Noten van 't vijfde Kusje, Door C. Tijmesse padbrué'. In 1649 verschijnt in het Utrechts Zang-Prieeltje bij drukker L. de Vries het eer ste kusje, Kon ick my om u hals soo menighmalen windenzonder muziekno tatie. 1 ÏDatif AAGJE PABBRUWE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2010 | | pagina 59