Portret van dominee
Henricus Swalmius door
Frans Hals, 1639. (Coll.
Detroit Institute of Art,
Verenigde Staten).
Wederom tastte de magistraat in de buidel en schonk Padbrué een
'zilv'ren vat', zoals blijkt uit het volgende rijmpje:
'Eer-gaaf der Stadt Haerlem;
Over d'opdracht van 't Eerste Boeck des Lof jubals, &c.
Ontfangh dit zilv'ren vat
Uit Jubals Lof gesprooten;
Tot eer' van HeerLems Stat:
En uw' vermaerde Nooten.'
Na de lofzangen volgen de composities zelf, als eerste die op een lange
ode van dominee Henricus Swalmius, één van de vier predikanten van de
St. Bavo, 'in wiens wesen een deftigheyt bespeurt wordt in wiens lippen
soetigheyt en vriendelij ckheyt bloeyt als de welcke wel-sprekentheydt',
aldus Schrevelius.
Swalmius was een van de vierenveertig 'musiciens ende liefhebbers
der selve lofflijcke conste', die op 21 juni 1634 een petitie aan de magis
traat hadden aangeboden om het grote orgel van de St. Bavo, 'cieraad
HAERLEM JAARBOEK 2010