diedrager, toebedeeld. De ons resterende tenorpartij van de Jubelmadri
galen biedt dan ook te weinig houvast om van het werk in zijn geheel of
gedeeltelijk een reële en betrouwbare reconstructie te maken.
Verandering van drukkerij: Van Broer Jansz.
naar Paulus Matthysz.
Het blijft gissen naar de reden waarom Padbrué voor zijn volgende com
positie bij een andere drukker dan Broer Jansz. zijn heil heeft gezocht. In
Amsterdam waren rond het midden van de zeventiende eeuw een kleine
honderd drukkers gevestigd, van wie meer dan twintig muziek drukten.
De drukkerijen van Broer Jansz. en Paulus Matthysz., beiden (amateur)
componist en -musicus, leverden superieure kwaliteit. Matthysz. is als
de muziekdrukker bij uitstek uit die tijd beschreven, niet alleen voor Am
sterdam, maar voor het hele gebied van de Nederlanden. Kennelijk had
Padbrué een goede smaak en kon hij zich ook permitteren voor zijn com
posities naar een kwaliteitshuis te gaan. Hoe aantrekkelijk was Matthysz.'
uithangbord 'In 't Musyc-boeck'
Laatste gedrukte compositie
In 1646 verscheen dan De Tranen, Petri ende Pauli gecomponeerd op
Vondels tragedie Peter en Pauwels uit 1641. Ook deze compositie is onvol
ledig bewaard gebleven. Padbrué heeft verschillende gedeelten uit het
geestelijk drama over het martelaarsschap van de apostelen Petrus en
Paulus op muziek gezet, waaronder een deel van de opdracht aan 'Euse-
bia', waarmee waarschijnlijk Maria Tesselschade bedoeld is. De dialogen
tussen de discipelen zijn aangrijpend door de emotionele en dramatische
toonschildering, die Padbrué doeltreffend toepast.
Er was in de calvinistische Republiek geen sprake van dat een compo
sitie met een kerkelijke/katholieke inslag, a fortiori wanneer die op het
Nieuwe testament betrekking had, in het openbaar in de kerk kon wor
den uitgevoerd. Werken als de Kruysbergh en De tranen Petri ende Pauli,
waarvan de portee duidelijk katholiek was, waren dan ook bedoeld voor
uitvoering in de huiselijke kring of in de openlucht, buiten het zicht van
het gezag. Padbrué droeg deze compositie op aan Symon Feit, die moge
lijk zijn huis voor een uitvoering heeft opengesteld.
De opdracht luidt:
HAERLEM JAARBOEK 2010