grond waarop hij gebouwd is heeft een veel langere geschiedenis. De bis
schop kocht het perceel, dat deel uitmaakte van de veenpolder, van het St.
Elisabeth Gasthuis. André Numan gaat in zijn artikel terug naar de eerste
tijden van deze locatie.
Soms kunnen mooie schilderijen toch een discussie opleveren. Dat
doet zich voor bij twee portretten van Jan de Bray, waarvan Cornelis van
Noorde honderd jaar later tekeningen maakte. De kwaliteit van de afbeel
dingen staat buiten kijf, maar de vraag is: wie zijn er op afgebeeld? Pie-
ter Biesboer legt zijn keuze uit. Ook over kunst gaat de bijdrage van Paul
Knevel, die laat zien dat Frans Hals niet onmiddellijk herkend is als een
grote meester. Hij schrijft over de ontwikkeling van de waardering voor
de meesterschilder, maar ziet hem ook graag als 'vrolijke' Frans.
Minder vrolijk is het verhaal van Ab van der Steur die aan de hand van
een kasboekje de boekhouding van een doodkistenmaker beschrijft. De
grafkisten werden toen nog met de hand gemaakt.
Het stadsrecht van Haarlem van 1245 heeft veel voor de ontwikkeling
van de stad betekend. Terecht werd daar op 23 november, de datum van
verlening, bij stil gestaan. Piet de Rooy sprak toen een feestrede uit waar
in hij uitlegde wat een stad tot stad maakt.
Martin Busker geeft weer een mooi overzicht van de gerestaureerde en
nieuwe gevelstenen in de stad. En verder vindt u in dit jaarboek een arti
kel over de restauratie van de Bakenesserkerk en uiteraard de kroniek, de
bibliografie en de jaarverslagen. Vanwege het lustrum van de Vereniging
Haerlem zijn het bestuur en de werkgroepen op de foto gegaan.
Bijdragen voor het volgende Jaarboek ziet de redactie met belangstel
ling tegemoet. Zij moeten uiterlijk 1 november 2012 in bezit zijn van de re
dactiesecretaris, p/a Vereniging Haerlem, Postbus 1105,2001 bc Haarlem.
A.G. van der Steur, voorzitter
M.L. Pop-Jansen, redactiesecretaris
P. Knevel
K. van Leeuwen
P. de Rooy
J.J. Temminck
DE REDACTIE