Korte levensschets
Cornelis Spoelder werd geboren op 17 augustus 1842 in Abbekerk, een
dorp in de omgeving van Hoorn, als jongste zoon van Cornelis Spoelder
(1800-1871) en Bregje Stam (1801-1878), gehuwd op 1 mei 1826 te Wijde-
nes. Zijn vader had daar van 1826 tot 1858 een smederij.4' Deze Westfriese,
protestantse Spoeldertak was afkomstig uit het buurschap Spoolde in de
omgeving van Zwolle. Leden van deze familie staken omstreeks het mid
den van de 18de eeuw vanuit Hasselt de Zuiderzee over en vestigden zich
in West-Friesland (Hoorn en omgeving). In 1897 heeft Spoelder de genea
logische kennis over zijn familie in een cahier uitvoerig vastgelegd. Hij
baseerde zich hierbij onder meer op gegevens die hij volgens mondelinge
overlevering van zijn vader als kind had vernomen. Zo zou in het midden
van de 18de eeuw een Spoeldertelg getrouwd zijn met een nazaat van de
befaamde Lambert Meliszoon, die in 1573 zijn moeder per slede door de
barre koude vanuit Zaandam op heldhaftige wijze via de linies van de
Spanjaarden in Hoorn in veiligheid wist te brengen.5'
Het gezin van de smid Spoelder in Abbekerk telde negen kinderen,
waarvan drie zeer jong overleden. Cornelis was de enige uit dit gezin die
West-Friesland achter zich liet en zich tot een hogere maatschappelijke
positie wist op te werken. Van zijn jeugdjaren in Abbekerk is weinig be
kend, maar in een uitgebreid handgeschreven reisverslag van een bezoek
aan zijn geboortedorp op 25 juli 1898 komen herinneringen aan zijn jeugd
op boeiende wijze tot leven. Hij maakte deze nostalgische tocht in gezel
schap van zijn 12-jarige zoon Cornelis Jr., die toen op het punt stond naar
het Haarlems Gymnasium te gaan. Spoelder wilde nog eenmaal zijn ge
boortedorp terugzien en bezocht onder meer op de 'doodenakker' naast
de kerk het graf van zijn ouders:
'Bij het graf van de oudelui bleven wij staan, wij ontblootten het
hoofd en zeiden niets, al het goede van vader en moeder in mijn leven
genoten schoot mij te binnen, en als er een wensch bij mij opwelde,
dan was het deze: dat mijn zoon ook eens zoo aan mijn graf zou kun
nen staan. Zij deze eenvoudige menschen waren met eere in het graf
gelegd, hunne kinderen, waarvoor zij gespaard en bezuinigd hadden,
een ongerepte naam nalatende.'
Spoelder koos in 1859 op zeventienjarige leeftijd voor een loopbaan in het
onderwijs. In het begin van de 19de eeuw kwamen onderwijzers meestal
HAERLEM JAARBOEK 2011