7- Zie Temminck, De Haarlemse Oude Gracht, p. 174-175 over de voorgeschie-denis
van dit pand dat in de 17de eeuw nog uit twee huizen bestond, p. 75 (foto ca.
1900), p. 133 (foto ca. 1980).
8. In J.H. A. Fontijn, Tweespalt. Het leven van Frederik van Eeden tot 1901, Amsterdam
1990, het eerste deel van de grote biografie over Frederik van Eeden, komt
Gedempte Oude Gracht 103 slechts zijdelings aan de orde op p. 33 (foto uit ca.
1970) enp. 92, over zijn verliefdheid in de jaren 1876-1879 op Henriëtte Ortt,
die woonde in het patriciërshuis Spaarne 29, vlakbij de Melkbrug: 'Als hij hard
liep - en hij was sportief - kon hij in een minuut bij de Ortts zijn om Henriëtte
te vragen of ze mee ging wandelen in de duinen Van Eeden Sr. verhuisde in
1881 naar het nieuw gebouwde pand Frederikspark 10, Adoxa genoemd. Op het
grasveldje rechts van het huis staat sinds 1966 een beeld van Mari Andriessen
uit 1963, voorstellende de kleine Johannes met zijn hondje Presto en zijn
leidsman Wedekind. Zie Wim Vogel, Literaire wandelgids van Haarlem, Haarlem
t995> P- 9° (met foto van de onthulling door de toen ongeveer tachtigjarige
zoon van Frederik van Eeden).
9. Zie Temminck, De Haarlemse Oude Gracht, p. 75.
10. Dank aan Ed Voorbraak, electriciën, die aan schrijver dezes tijdens de
verbouwingswerkzaamheden op 24 februari 2011 een uitgebreide rondleiding
gaf door de bovenverdiepingen van beide panden.
11. Deze kinderen uit haar huwelijk met Simon Visser in 1874 te Uitgeest waren
Christina Elisabeth (1876-1940), Mauritia Francina (1878-1941), Martinus
Jacob (1879-1927). De beide dochters bleven ongehuwd en woonden samen in
Haarlem (laatstelijk in de Berkenrodestraat), Dr. Martinus Visser was huisarts
te Nijehorne.
12. J.L. Tadema e.a., Haerlem: gedenkschrift uitgegeven ter gelegenheid van het
vijf-en-twintig-jarig bestaan, Haarlem 1926, p. 152-159. Herdrukt in de
herinneringsbundel Spoelder, Ik neem afscheid van U, p. 39-45.
13. Zie ook de beschrijving van Blinde Meijer met een tekening in: Haarlemsche
schetsen. Tien teekeningen van P. van Looy met bijschriften van Fidelio, Haarlem 1897.
Fidelio was het pseudoniem voor J.C. Peereboom.
14. Van Loghem e.a., Wat het leven mij heeft geleerd, p. 9.
15. Zie Margreeth Pop en Jaap Temminck, Kleverlaan. De geschiedenis van een
begraafplaats, Haarlem 2002, p. 132-133.
16. Zie T.W.M. van Gijlswijk, 'Onderwijs als bedrijf. De ontwikkeling van de
particuliere scholen in de negentiende eeuw', in: Nederlands Tijdschrift voor
Onderwij srecht, 1999, jaargang 11, nr. 2, p. 63-87.
17. Zie over de Franse scholen, in feite een verzamelnaam voor tal van opleidingen
en instellingen, P.Th.F.M. Boekholt en E.P. de Booy, Geschiedenis van de school
JAN SPOELDER 145