mochten worden. Toen kwam het gebruik in zwang om tijdens de begra
fenis een rekje op de kist te plaatsen met een baarkleed erover, zodat de
kist toch een dakvormig uiterlijk had.
Vanouds lag de dode in de kist op stro, maar in de 18de eeuw werd het
gewoonte de kist met linnen te bekleden, het hout met waterverf zwart
te schilderen en het deksel met spijkers vast te zetten op de kist. Tot het
midden van de 20ste eeuw werden de grafkisten door een timmerman ge
maakt, daarna namen kistenfabrieken het werk over en werden de kisten
via de begrafenisondernemer geleverd.2'
Omzet
Uiteraard deed een timmerman meer dan het maken van doodkisten,
maar dat dit voor Handgraaf en Van Wort wel een belangrijk onderdeel
van hun werk was, blijkt uit het feit dat men een aparte boekhouding
hiervoor bijhield en uit de aantallen kisten en bedragen.
De volgende twee grafieken mogen dit toelichten.3' De eerste grafiek
geeft het aantal gemaakte doodskisten aan. In de jaren 1844-1870 getim
merd door Handgraaf, van 1870-1924 door Van Wort. De tweede grafiek
laat de jaarlijkse opbrengst in guldens zien van het timmeren van doods
kisten, ook in de twee perioden van Handgraaf en Van Wort.
Aantal doodskisten
40
O
cn
in
co
O
O
LD
O
m
rH
rl
<N
A.G. VAN DER STEUR