wordt op dit moment door de liberale minister van Veiligheid en Justitie, Ivo Opstelten, een einde gemaakt met de vorming van een nationale poli tieorganisatie, ook al worden er nog vele troostwoorden gesproken over het belang van lokale bemoeienis daarmee. De benedenverdieping van het 'Huis van Thorbecke' krijgt zo langzamerhand een nogal leeg aanzien. In ieder geval beleven we nu het einde van datgene wat op 23 november 1245 met veel moeite is verworven. Zo bezien valt er vandaag, de 766ste verjaardag, wellicht meer te herdenken dan te vieren. Maar dat zou al te somber zijn: het stedelijk leven is niet geheel afhan kelijk van de nationale overheid en zes a zeven eeuwen zelfstandigheid hebben hun sporen nagelaten, zichtbare en onzichtbare. Eén van die sporen is de mentaliteit die zo kenmerkend is voor steden. Daarbij doel ik niet op de bekende zegswijze 'stadslucht maakt vrij'. Inte ressant is overigens dat deze uitspraak niet, zoals vaak gedacht wordt, uit de middeleeuwen stamt, maar in de negentiende eeuw is gemunt. Maar stedelingen verwierven zich niet alleen rechten, zij eigenden zich ook toe om overal een eigen mening over te hebben. Ze lieten de oren niet han gen naar iemand die over hen de baas was, maar ontwikkelden een eigen mentaliteit: in een stad werden mensen vrijmoedig en zelfs eigen-wijs. De Duitse socioloog Georg Simmel zou daar al weer een eeuw geleden een beroemd essay over schrijven. Volgens hem was de mentaliteit die zo kenmerkend was voor stedelijke samenlevingen het gevolg van de grote migratie van het platteland naar de stad. Daardoor waren tal van mensen uit de vertrouwde, maar benauwde sfeer van het dorp of het platteland terechtgekomen in een maalstroom van het andere en het onbekende. In de bezorgde taal van die tijd werd dat gezien als 'ontworteling', maar de keerzijde daarvan was dat mensen in een stad de mogelijkheid kregen zich individueel te ontplooien. Ze konden zich onttrekken aan tradities en conventies en vorm geven aan hun eigen leven. In die zin waren zij 'vrij'. En daar kwam nog iets bij. Kenmerkend voor een stad is dat mensen dicht op elkaar wonen en al lemaal anders zijn. Dat vergt van stedelingen het vermogen om gemak kelijk met elkaar om te gaan. Naast enige hardheid, die onmiskenbaar verbonden is aan het stedelijk leven, is ook een zekere prettige opper vlakkigheid in sociale contacten onmisbaar. En een opvallend onderdeel daarvan is humor. Enkele jaren geleden bracht het programma Jiskefet dat in beeld, door middel van een scene waarin Herman Koch, in overall gehuld, de kijker uitlegde: 'Tja, humor.dat hebben wij hier op het plat teland niet nodig, hè. Da's zo al hard werken genoeg.' Humor is cultuur- PIET DE ROOY

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 173