Het middeleeuws muurwerk in de koorsluiting is gemetseld met twee verschillende bakstenen die in maat ook verschillen van de stenen in de noordbeuk. De overgang in het metselwerk bevindt zich ter hoogte van de onderzijde van de vensters, waarboven een grotere steen is gebruikt dan eronder. Dit beeld is ook in de oostelijke helft van de zuidgevel waar neembaar. Het houdt waarschijnlijk verband met levering van twee ver schillende partijen baksteen. Aan de westzijde en in het muurwerk naast de toren, is voor de hele zuidgevel dezelfde steen gebruikt. Zoals nog zal blijken is hier sprake van een verschil in bouwfase. Opvallend aan de zuidgevel is dat de drie vensters aan de oostzijde bre der zijn en verder uit elkaar staan dan de opvolgende vijf aan de westzijde. Deze onregelmatigheid is ook in het interieur van de kerk zichtbaar in de boogstelling tussen de beide beuken. De verklaring hiervoor is in de kapconstructie van de noordbeuk aanwezig. De jukken die hierin aan de oostzijde zijn gebruikt staan verder uit elkaar en zijn aan de onderzijde bewerkt tot ribben voor een houten gewelf (afb. 2). In het midden en wes telijk deel van de kap ontbreken de sporen van deze gewelfconstructie en zijn in plaats van enkele jukken telkens twee lagere jukken op elkaar ge stapeld. Om vast te stellen of hier sprake was van één of twee bouwfasen is dendrochronologisch onderzoek uitgevoerd. Beide kapconstructies bleken gelijktijdig te zijn gemaakt met hout van bomen die rond 1415 wa ren omgehakt. Het dendrochronologisch onderzoek wees verder uit dat de trekbalken die in het midden en westelijk deel van de kerk zichtbaar zijn gelijktijdig met de kap dateren, terwijl aan de oostzijde de twee bal ken kort na 1581 zijn aangebracht. Dit jaartal sluit aan bij een historische vermelding uit 1589, waarin gesproken wordt over 'stadtshuyskens' waar mee de noordbeuk van de kerk werd opgedeeld. 2. De oostelijke helft van de kap van de noordbeuk, waarvan de jukken ribben van een houten gewelf vormden. HAERLEM JAARBOEK 2011

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 216