De verzamelde gegevens tonen aan dat de noordbeuk het oudste deel van de kerk betreft. Dit deel van het gebouw werd rond 1417 gebouwd als een zelfstandig bakstenen gebouw van één bouwlaag onder een zadeldak tussen topgevels (afb. 3). Het inwendige was vermoedelijk acht of tien tra veeën diep en verdeeld in tenminste twee delen. Het oostelijk deel betrof een kapel van drie brede traveeën met een houten spitsbooggewelf. De vijf of zeven opvolgende westelijke traveeën waren smaller en hadden een vlakke zoldering, om en om gedragen door korbeelstellen. Het precieze aantal traveeën aan de westzijde is in de eerste bouwfase niet helemaal zeker. In de kapconstructie is namelijk een onregelmatigheid in de op eenvolging van merken waarmee de constructiedelen zijn genummerd. Mogelijk is tijdens de bouw of kort daarop het gebouw met twee traveeën verlengd. Ook zou de zaal in aanvang al een tweedeling gehad kunnen hebben. Dendrochronologisch is deze veronderstelling nog niet onder bouwd. De indeling van het gebouw in een kapel gecombineerd met een zaal is voor een kerk niet gebruikelijk. Gasthuizen kenden daarentegen wel een vergelijkbare tweedeling. Dat de Bakenesserkerk in opzet een gast huis was, wordt bevestigd door figuratief gesneden knoppen die nog in de kap van de kapel aanwezig zijn en eertijds het gewelf sierden. Het gaat om een 'ster van het oosten', verwijzend naar Onze Lieve Vrouwe, twee Jakobsschelpen, die betrekking hebben op de door velen gemaakte bede vaart naar Santiago de Compostella en een voorstelling van Antonius Abt met varken en vuur (afb. 4). Deze heilige werd vereerd in verband met de genezing van zieken. Huisvesting van pelgrims en ziekenverzorging zijn twee kenmerken van middeleeuwse gasthuizen. Hoe lang het gebouw als gasthuis heeft gefunctioneerd is niet bekend. De ervoor gebruikte bena ming 'Cappele of Capelrydie vanaf 1420 wordt gebruikt, komt na 1461-62 3- Reconstructie van de eerste bouw fase van de Bakenes- serkerk rond 1417, met aan de oostzijde de kapel en aan de westzijde een zaal. RESTAURATIE

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 217