stemmen, maar kwam er negentig tekort om met voorkeursstemmen
te worden gekozen. Toch maakte lijsttrekker Henk van Schie in januari
1971 plaats voor hem, omdat Van Schie vond dat die ene PSP-zetel vooral
te danken was aan de actie 'Aad in de raad'. Tot 1974 was Aad gemeente
raadslid. Later werd hij lid van de PvdA.
Aad van Ake zat nog geen maand in de Haarlemse gemeenteraad of
de stadsvernieuwingsplannen in het Rozenprieel kwamen in een cruci
ale fase. Geheel in de tijdgeest wilde de gemeente de oude arbeidersbuurt
plat gooien. Aan de rand van het centrum moest een nieuwbouwwijk
verrijzen met langs het Spaarne een moderne kantorenstrook. Vooruit
lopend daarop had de gemeente daar zelf al Koningstein gebouwd voor
de ambtenaren van openbare werken. Aad maakte deel uit van de zoge
naamde aas-groep die zich daartegen verzette (met daarin onder ande
ren oud-stadsarchitect Nico Andriesen en Jo Klingers die opgroeide in
het Rozenprieel). Zij ontwierpen een stedenbouwkundig plan waarbij de
structuur van de wijk gehandhaafd bleef, veel bestaande huizen werden
gerenoveerd en een deel nieuw werd gebouwd. Tijdens een emotionele
hoorzitting op 23 februari 1971 liet de buurt weten achter de opknapbeurt
van hun wijk staan. Het Rozenprieel bleef behouden.
In 1985 kwam Aad in dienst van de gemeente Haarlem. Maar nooit
verloor hij zijn licht anarchistische inslag. Hij had een hekel aan de ad
ministratieve rompslomp en verantwoordingscultuur die het ambtena-
renbestaan in toenemende mate met zich meebracht. Vaak tot wanhoop
van het bevoegd gezag liet hij zich niet in het bureaucratische keurslijf
duwen. Liever dan achter zijn bureau bestuursrapportages te schrijven,
trok Van Ake de wijk in om met de mensen te praten om wie het ging. Op
die wijze trok hij bijvoorbeeld de toekomstplannen voor Schalkwijk en de
Zomerzone. En nooit liet hij zich tegenhouden door regels of gebrek aan
financiën. Hij was een ritselaar pur sang die altijd nog wel een potje met
geld vond waar anderen het bestaan niet van kenden. Zijn zachtaardig
heid, charme en onschuldige blik hebben hem vaak gered van geïrriteer
de meerderen die hem ter verantwoording riepen. 'Hij kon slecht tegen
autoriteiten', zegt Elly Uenk met wie hij al lange tijd samen was en die in
2010 met hem trouwde. 'Daarentegen hield hij wel van sterke vrouwen. En
op hun beurt waren veel vrouwen dol op hem omdat hij zo sociaal en lief
was.' Na het werk was hij vaak te vinden met een goed glas rode wijn in
een van de Haarlemse huiskamers; café Het Proeflokaal, Koops of de Ui-
ver.
Onlangs was hij begonnen aan zijn levensverhaal. In een dik rood ca-
NECROLOGIEËN 227