Na vier jaar Leusden volgde één jaar (1949-1950) Enkhuizen als ambte naar ter gemeentesecretarie. Daar speelde hij als vrijgezel met culturele belangstelling een rol bij de stichting van het Zuiderzeemuseum, zat in de klederdrachtencommissie daarvan, speelde viool in een orkestje, kort om had er een prachtige tijd. Later, in de jaren '80 zou hij nog gevraagd worden om te helpen bij de organisatie van de financiering van de restau ratie van het orgel in de Zuiderkerk. Moeder Beelaerts zag voor haar zoon echter een grotere toekomst dan ambtenaar in Enkhuizen. Via het in die tijd gebruikelijke netwerk vroeg zij haar vriendin Jo de Vos van Steenwijk, echtgenote van de Commissa ris van de Koningin in Noord-Holland, om iets te doen voor Frans. Op het Kabinet van de Commissaris, geleid door Joan Röell, was een tweede man nodig. Frans werd te dineren gevraagd bij het echtpaar De Vos op de Pavil joenslaan. Een vroeg diner, tijd voor sigaartje en cognac in de studeerka mer en daarna een concertbezoek. Zonder het te weten werd Frans tijdens de cognac 'getest' voor een openstaande functie en maakte o.a. een goede beurt door zijn enthousiasme over de persoon van de net op voorspraak van De Vos benoemde nieuwe burgemeester van Enkhuizen. Al spoedig (1950) volgde zijn benoeming bij de Provinciale Griffie Noord-Holland, een functie die per 1-1-1956 werd omgezet in die van Chef van het Kabinet van de Commissaris van de Koningin, een functie die hij tot zijn pensio nering in 1985 zou bekleden. De Griffie was een werkkring die Frans op het lijf was geschreven. Een belangrijk onderdeel van het werk waren de burgemeestersbenoemingen in de provincie, maar ook de politiezorg, het provinciale Anjerfonds, het Nationaal Park De Kennemerduinen en de organisatie van belangrijke be zoeken behoorden tot zijn taak. Als vrijgezel kreeg Frans er vrede mee dat een burgemeesterspost aan hem voorbijging en het gaf hem veel moge lijkheden om in zijn vrije tijd culturele bestuursfuncties te bekleden. Dit laatste begon in Haarlem toen Beelaerts een lezing gaf voor het Dinsdag avondgezelschap over de geschiedenis van de Zuiderzee. De daar aanwe zige jhr. mr. C.C. van Valkenburg zag een potentieel nieuw lid voor de vele besturen waarin hij zitting had. En dat werkte: Tussen 1950 en 1991 was hij o.a. secretaris en bestuurslid van de Afdeling Haarlem e.o. van het Nederlandse Rode Kruis, voorzit ter van het Historisch Museum Zuid-Kennemerland, bestuurslid van de Vereniging Haerlem (waar hij vele jaren de excursies bedacht en leidde), Regent van het Gereformeerd of Burgerweeshuis (in die functie 'bouwde' hij de kinderboerderij te Castricum), bestuurslid van het Openluchtthe- 230 HAERLEM JAARBOEK 2011

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 232