paste ogenschijnlijk niet bij de sfeer van vernieuwing die in Delft heerste. Toch was deze oriëntatie op de traditie van de architectuur een neiging die hij deelde met enkele van de belangrijkste modernisten, die net als hij vonden dat het beste uit de geschiedenis behouden moest worden. Wiek zette zich gedurende zijn hele leven actief in voor monumentenbehoud en de bescherming van landschappelijke en historische architectonische waarden. Naast de deelname aan talloze actiegroepen had hij zitting in de monumentenraad van de Rijksdienst voor de monumentenzorg, van 1973 tot 1992. Ook zette Wiek, een groot liefhebber van de natuur, zich in voor het behoud van het Groene Hart, als lid van de Stichting Gras en Wolken (2001-2008). Hij legde al vroeg een verband tussen het behoud van oude gebouwen, milieusparende bouwmethoden en duurzaamheid - nu hèt thema in de architectuur. Zoals veel collega's begon hij zijn loopbaan met het ontwerpen van een reeks particuliere woonhuizen en verbouwingen. In Amsterdam, waar hij zich in de jaren zestig vestigde, deed hij ervaring op met restauraties en de inpassing van nieuwbouw in de oude stad. Een bekend project is de Atheneum boekhandel en het bijbehorende nieuwscentrum aan het Spui uit 1966, dat hij met Patrice Girod ontwierp. Deze bagage sprak in zijn voordeel toen hij solliciteerde in Haarlem, dat in de ban was van de vernieuwing van verpauperde stadsbuurten, zoals het Rozenprieel en de Leidsebuurt. Zijn sociale bewustzijn, strijdbaarheid en politieke instinct maakten hem zeer geschikt voor de rol van stadsarchitect. Om zijn in vloed zo groot mogelijk te maken kreeg hij het voor elkaar dat zijn functie vanuit een tamelijk ondergeschikte positie bij Openbare Werken (van ouds het thuis van de Haarlemse stadsarchitect) verhuisde naar een on afhankelijke positie direct onder B en W. Wanneer hij maar wilde kon hij het college adviezen geven. Achttien jaar lang, van 1970 tot 1988, diende hij met bezieling de Haarlemse publieke zaak. Hij leerde in deze stad zijn levensgezellin kennen, de beeldend kunstenares Marijke Don, met wie hij twee kinderen grootbracht. Jarenlang speelde hij dwarsfluit in het Sym fonie Orkest Haerlem. Het was in zijn tijd nog gebruikelijk dat de stadsarchitect zelf regel matig projecten namens de gemeente ontwierp. Zo verzorgde Wiek de verbouwingen en renovaties van de Stadsschouwburg, Egelantier, het Concertgebouw, Frans Halsmuseum en De Hallen (Verweyhal). Op krappe locaties in de binnenstad puzzelde hij woningprojecten in elkaar (Pie terstraat en Witte Herenstraat), aan de Brouwersvaart staat een complex bejaardenwoningen van zijn hand. Hij ontwierp verscheidene scholen NECROLOGIEËN 241

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Jaarverslagen en Jaarboeken Vereniging Haerlem | 2011 | | pagina 243